“Ik ben Dolores en ik shop bij de Voedselbank.”
Nooit bij stilgestaan dat een gezin van vier, bestaande uit twee ouders en twee kinderen, het iedere week moet doen met 25 euro. Ik pin gewoon 50 euro en als dat op is dan trek ik gewoon weer wat uit de muur.
Ik schaam me gewoon bij de gedachte dat het gezin van Dolores (ze heet niet echt zo) het moet rooien van 10 lattes van Julia’s. Ik vertaal het even naar voor mij behapbare begrippen. Als "challenge" ga ik vanaf nu proberen – ik faal al op dag 1 ben ik bang – te overleven met 2,50 euro per dag. Dat wordt broodjes smeren en meenemen naar werk. En pasta-maaltijden met gepelde tomaten uit blik. Ik drink dan water en thee. Fris lust ik toch niet.
Maar hoe voed je nu ook nog 2 dochters op met dit bedrag per week? Het is me een raadsel. Haar kinderen zijn adorable en zien er tiptop uit. Ik snap er niks van. Een gesprek met mams biedt uitkomst in deze – voor mij – onbegrijpbare situatie. Zij vertelt me dat ze – toen wij klein waren – veel van onze uitgaanskleding zelf breide en naaide. De laatste mode keek ze af in de boutiques.
Ik keek naar mijn gouden armband en bijpassende ring en oorbellen. Ik voelde me bezwaard dat ik ze droeg. Ik had de neiging om ze af te doen. In de winkel hoorde ik Dolores vragen om twee hele broden (omdat ze die nu net voor sluitingstijd gratis kreeg). De kinderen hebben boterhammen nodig voor op school en tussen de middag haalt ze hen op. Er was geen overblijfgeld. Ik wist niet wat ik moest antwoorden. Ik vond overblijven juist leuk, want dan deed je spelletjes op het schoolplein. Ik heb zelf 1 jaar lang schoolmelk gekregen. Daarna stapten mijn ouders over op kleine pakjes sap. Met vijf kids moet je nu eenmaal budgetteren.
Ik heb naar mijn weten nooit wat gemist in mijn jeugd. Mijn ouders werkten beiden heel hard. En dat doen ze eigenlijk nog steeds.
Ik loop ondertussen met mams – haar koosnaam is Moekie – naar het Centraal Station in Rotterdam. Ik kus haar op d’r wangen en wens haar nog een fijne avond. Ik beloof haar te bellen zodra ik thuis ben. Terwijl ik incheck met mijn OV-chipkaart mompel ik: “Mams, nog bedankt voor alles!”
Ze is inmiddels de weg overgestoken en kijkt nog een keer om.