Het mooiste woord ter wereld

Koen-Machiel van de Wetering 13 aug 2015

Het is het mooiste woord dat er bestaat. Veel mooier dan "maat" of "makker" of "ouwe reus" of "gangster". Okee, ik geef toe, "gabber" heeft ook zijn charmes. En "hee pik!" hoor ik ook altijd graag. Maar toch lang niet zo graag als het wonderschone, geruststellende, ultrasolidaire en goudeerlijke "kameraad". Pas als je een kameraad hebt, kun je zeggen: ik heb een vriend.

Vrouwen hebben geen kameraad. Dat recht is alleen voorbehouden aan mannen. En alleen echte kerels in echte volkswijken spreken het woord uit zoals het uitgesproken dient te worden. Luister zelf maar in Ondiep, Katendrecht of de Vogeltjesbuurt.

In Wijk C hoorde ik laatst een man zeggen: "Ik heb een kameraad, en die kameraad heb een handeltje." Zijn gezicht was grauwbleek, zijn gebit in slechte staat, zijn armen zaten onder de tatoeages en hij duwde een kinderwagen. De vrouw naast hem was jong, té jong voor hun tweede kind dat groeide in haar buik. Financieel zat het stel in zwaar weer, dat zag je meteen, waarom politiek correct doen als je iets gewoon wéét? Ja, het stel had zorgen, dat straalde ervan af, ze hadden geen cent te makken en wisten niet wat ze met zichzelf aanmoesten. Maar gelukkig, zie daar, de man wist een uitweg: hij had een KAMERAAD. En die kameraad had een gouwe handeltje.

Ooit was er een land waarin iedereen gelijk was en mensen elkaar continu aanspraken met datzelfde toverwoord. "Spasiba, kameraad volkscommissaris." "Mondje dicht, kameraad proletariër." Als je in dat land iets verkeerds had gedaan, noemde niemand je meer kameraad, maar sprak je aan met "burger". Je hoorde er niet meer bij, was buiten de maatschappij komen te staan.

De titel kameraad moet je verdienen. Die krijg je alleen als er iets op het spel staat. Als je lijdt, risico’s neemt, durft te kiezen, ergens helemaal achter staat. Daarom zou ik heel graag door iemand kameraad genoemd willen worden. Al is het maar voor één keer. Maar ik weet dat er dan iets grondig niet zou kloppen. Ik zou natuurlijk een seizoenskaart kunnen kopen van die ene club, waarvan de supporters te pas en te onpas zingen dat ze elkaars hand willen vasthouden. Dan zou ik in één klap de kameraad zijn van duizenden echte mannen (en vrouwen, vooruit). Maar dat zou een beetje fake zijn. Een kameraad word je niet. Daarvoor kies je niet. Een kameraad bén je. Vaak door een ongelukkige samenloop van omstandigheden.