Een maandagochtend met rode wangen
Een maandagochtend met rode wangen
De zon is net gaan schijnen en ik zit met mijn afhaalkoffie in de intercity naar Amsterdam Centraal. De blauwe stoelen zijn gevuld met reizigers: rustige oudjes, brakke studenten en chique zakenlui. Wat mij de laatste tijd steeds meer opvalt is dat iedereen non-stop zijn telefoon zit te checken. Ik ben niet schijnheilig en daarom geef ik maar toe dat ik ook vaak tot die groep behoor. Maar lieve mensen, we leven langs elkaar heen. Oké, we leven in een wereld waar alles snel moet en waar we zo veel mogelijk overal bij willen horen. Dat appje in de groepsapp of dat artikel op nu.nl moet daarom dus ECHT gelezen worden. Onbewust leven we langs elkaar heen. Niemand grapt of niemand praat met elkaar en zodra de NS-mevrouw omroept dat we bij de eindbestemming zijn, staat iedereen op alsof ze zijn beland in een marathon en gaat ieder zijn eigen weg. Zaterdagavond pak ik de laatste trein rond een uur of half een. Ik heb na mijn werk met een paar collega’s een drankje gedaan (maak daar maar meervoud van). Ik kijk in het raam en betrap mezelf erop dat ik al een tijdje rondloop met rode wangen van de drank. Maar ik ben niet de enige, want de trein zit vol met aangeschoten studenten, zakenlui en zelfs oudjes. Allemaal dachten zij hetzelfde; zaterdag is borreldag. Het grappige is nu: deze keer is de sfeer in de overvolle trein veranderd. De zakenman die normaal gesproken zijn tas asociaal neerzet, zodat niemand naast hem kan zitten, zit nu te kletsen met een oudere dame. Geen idee waar ze het over hebben, maar ze praten met elkaar! De trein is gevuld met mensen die lachen en kletsen. Zelfs in de stiltecoupé is het een feestje. Men, wat zou ik het toch leuk vinden als heel reizend Nederland voortaan ook op de maandagochtend eens een borreltje nam.