Dodelijke kletsloppen
Dodelijke kletskoppen
Al een paar keer had ik verplegend personeel gewaarschuwd: “Meneer Bovenheer zijn kunstgebit zit compleet los”. Met zijn tong kon hij het op zijn plaats duwen. Dan kon je een paar woorden verstaan. Tot zijn tong weer dat kunstje moest uithalen.
Dat maakte een eenvoudig kletspraatje tot een vermoeiende bezigheid. Ook de tong van meneer Bovenheer behoorde niet meer tot de jongste. Als ik hem tijdens onze gesprekspauzes zo bezig zag, dan was ik bang dat hij een enorme spierpijn in dat lichaamsdeel zou krijgen.
Met zweet in mijn handen bleef ik wachten tot hij zijn koekje op had. Hij was dol op koekjes. Vooral die harde kletskoppen met pinda’s die af en toe in de koekjestrommel opduiken.
Meneer Bovenheer was zo vriendelijk en zachtaardig dat ik hem met de beste wil van de wereld niet zijn zorgvuldig uitgezochte kletskop kon weigeren. Vooral niet omdat hij na het verorberen daarvan mij steevast trakteerde op een concertje op zijn mondharmonica. Dat was eerder een boeiend kijk- dan luisterspel.
Omdat ik hem een paar keer met zijn hoofd achterover op zijn stoel in slaap had aangetroffen, rare geluiden makend omdat zijn gebit tot ver in zijn keel was gezakt, besloot ik in te grijpen.
Gewapend met een tube kleefpasta begon ik aan mijn koffieronde. Dat leek mij geen medisch ingrijpen, maar wellicht toch levensreddend. Bij de gedachte aan wat mij te doen stond, begon ik al te kokhalzen. Maar ja, als het moet kan ik ook best dapper zijn. Het verplegend personeel heeft wel iets anders aan het hoofd.
Aangekomen bij de kamerdeur van meneer Bovenheer, stond er een rood handje op zijn deur. Zo’n rood handje is zeer onheilspellend.
Eindelijk vond ik een schoonmaakster. Boven het geluid van de stofzuiger uit hoor ik: “Meneer Bovenheer??.., o, die is dood!!”.
Ik ben in gebreke gebleven. Ik had een briefje op zijn deur moeten plakken. “Alleen een kletskop als je er bij blijft!“ Of is dat onzin? Je kunt natuurlijk ook stikken in een sprits. Het blijft knagen.