Bijten en terug bijten!
“Mijn God! Waarom deze plaag?” schreeuw ik en ik begin te rennen over het eiland.
Omgeven door bijtende vliegen.
Nee, ik ben niet op een tropisch eiland bevolkt door malaria muggen, ik ben op ons eigen Schiermonnikoog.
Ik ren door, terug naar de zee. De zee!! Mijn verlosser! Ik heb geen bikini aan, maar geloof dat hier ergens voorbij strandpaal 7 toch het naaktstrand begint. Hop! Kleren uit! De zee in.
Heerlijk! Mijn tenen met rode nagellak steken uit de golven.
Achter me rijden twee vissers langs. Mmmm, negeren! Ik doe niets hoor, hier zittend met mijn blote borsten, en ik ben ondertussen ook echt niet stiekem aan het plassen in de zee!
De zee. Het is prachtig hier. Weinig mensen, zo hier op de oostpunt van Schiermonnikoog.
Mijn zonnebrandcrème ben ik, net als mijn bikini, vandaag vergeten, dus ik hoop dat het goed gaat met mijn mooie huidje.
Ik droom nog steeds van een vrijer leven.
Dromen. Weer dromen. Afgelopen nacht. Eerst droom ik van vrijheid. De vrijheid die zo in mij wakker geworden is op de Azoren dit jaar. Geen concrete droombeelden, pure vrijheidssfeer.
Dan droom ik dat ik hoog zwanger ben. Ik loop door de straten van Montpellier, Frankrijk, ik moet naar de vroedvrouw, mijn eigen, maar ik kan niet meer, de heuvels zijn te stijl, mijn vliezen breken al, midden op straat. Overgave. Ik weet dat mijn kindje er aan komt. Nog even en ze ligt in mijn armen. Ik word opgepikt door een houten kar. Achterin mag ik. Daar zit nog een vrouw. Ze nemen me mee, ze brengen me. Ik weet dat het goed komt. Overgave.
Ik buk om een veertje op te pakken van het strand en voel hoe ik acuut in mijn lies gebeten wordt.
De boeddhistische eed voor behoud van al het leven, die ik dit jaar heb afgelegd even ter zijde; dit vriendje gaat er aan!