Als de moed je in de schoenen zakt…

Indonesië, gisternacht; 3:10 uur AM. In het hotel wordt op onze deuren gebonsd omdat we moeten opstaan. Ik ga de Bromo vulkaan beklimmen! It’s said dat het 45 minuten lopen is, dus ik ga lopen!
Ik word gedropt bij de ingang van Bromo national park en sta voor een kaal landschap. Alleen. De stilte overvalt me.
Ik ploeter door het stof. Het is pikkedonker. Ik ben nu een uur onderweg. Ga ik wel goed? Het begint te schemeren en vulkanen tekenen zich af tegen de sterrenhemel. “Welke berg is de Bromo eigenlijk? Had ik me niet beter kunnen voorbereiden?”. Ik dwaal af en de enige die ik de stuipen op het lijf jaag is een spitsmuisje dat vlucht in de as.
Dan haalt een man met een paard en een geblokte Moslimsarong me in. Ze worden mijn redders, die me naar de onderkant van de trap brengen, die tegen de Bromo aangebouwd is.
Ik beklim de trap en zwavellucht dringt mijn neus binnen. Ik sta op de Bromo! Dikke rookpluimen komen omhoog uit de krater. Het is het indrukwekkendste wat ik ooit gezien heb.
In 45 minuten kan je de krater rondlopen, it’s said… Zal ik? “Ja!”. Ik ga op pad. Ik ploeter, soms stort de plek waar ik mijn voet neerzet in! Ik vind het eigenlijk niet zo leuk meer. Dan sta ik op het hoogste punt van de krater, ik voel me on top off the world!
Maar ik ben er nog niet en het laatste deel besluit de Bromo het me lastig te maken. Verstikkende zwaveldampen omringen me en door de inspanning adem ik diep. Ik krijg geen lucht! Bij elke inademing moet ik heftig slikken, ik moet bijna kotsen! Ik draai mijn rug naar de krater en verman mezelf. Na een uur kom ik bij de trap. Ik ben zo opgelucht!
Nu terug naar het hotel. Vanwege zere voeten besluit ik mijn sportschoenen uit te trekken. Ik bedenk me dat ik niet weet hoe mijn hotel heet en “prijs” mezelf weer om mijn “adequate” voorbereiding. Ik word ingehaald door twee jongens op een brommer, ze schijnen het grappig te vinden dat ik op mijn sokken loop en ik krijg een lift. Tussen hen ingeklemd, op mijn sokken… en dan zie ik aan de linkerhand het hotel!
Ik kan niet geloven dat ik er ben! Bijna verdwaalt, gevallen, gestikt, maar nooit opgegeven! En als de moed je in de schoenen zakt; dan trek je ze gewoon uit!