Vierenveertig

Huisman 29 jul 2015

Binnenkort word ik 44 jaar. Als ik een carnavalsvereniging zou zijn geweest, of van carnaval zou hebben gehouden, een bijzondere leeftijd. Maar ik ben geen carnavalsvereniging, ben ook geen bloemetjesgordijn en carnaval zit, ondanks dat ik in het zuiden geboren ben, niet in mijn bloed. Met carnaval drink ik dan ook vier dagen niet, de rest van het jaar wel. Toch klinkt 44 wel een beetje magisch voor mij. Nog één jaar genieten voordat ik 45 jaar ben.

45 jaar is immers een leeftijdsgrens voor veel zaken. Zo is uit onderzoek gebleken dat werkloze 45-plussers vaak geen nieuwe baan vinden, ondanks veelvuldig solliciteren. Bij ziektekostenverzekeraars en uitvaartpolissen stijgt de premie voor mensen vanaf 45 jaar fors. De kans dat ik werkloos blijf, ziek word of zelfs doodga is boven 45 jaar dus aanzienlijk groter dan bij een leeftijd van 44 jaar. Ik heb dus, theoretisch gezien, nog één jaar de tijd om in gezonde staat een nieuwe baan te vinden voordat ik definitief afgeschreven word door het UWV, CZ en zelfs een beetje door de Dela. In weer een ander onderzoek stond dat mannen met een langdurige relatie vanaf hun 45ste jaar stoppen met zoeken naar een andere partner en trouw bij hun huidige vrouw blijven. Het is voor mijn vrouw dus nog maar één jaartje ‘bibberen’, zullen we maar zeggen.

Laatst moest ik, tijdens een drukke ochtendspits, in een bomvolle bus ruim vierenveertig minuten staan. Dan merk je dat je geen veertig meer bent. Ik zag jonge mensen, die wel een zitplaats hadden twijfelend naar mijn grijze haren kijken. Gelukkig bood niemand me een zitplaats aan. Ik denk dat die jongeren ook, onbewust, een leeftijdgrens van 45 jaar in hun hoofd hebben voor het opstaan voor ouderen. Bij het fouilleren in voetbalstadions is de leeftijdgrens ook 45 jaar. Dus mogen ze mij daar ook nog één jaar ‘onzedelijk betasten’.

44 is een mooie leeftijd, maar het blijft maar een getal. Mijn schoenmaat is nog steeds hoger dan mijn leeftijd, maar daar schiet ik ook niet veel mee op. Ik luister nog vaker naar 3FM dan Radio 2, al wordt die verhouding ook al steeds kleiner. Natuurlijk zegt leeftijd niet alles. Zoals Koot en Bie al zeiden: “Je hebt ‘oudere jongeren’ en ‘ouwe jonge lullen’”. Ik hoop zo lang mogelijk bij de eerste groep te blijven horen.