Thuiskomen

Marenne Vlieg 17 jul 2015

Het apparaat dat mijn vriend in leven houdt begint als een gek te piepen. Als versteend staar ik naar het bed met zijn levenloze lichaam terwijl om me heen de paniek uitbreekt. Witte uniformen, geschreeuw en wanhoop flitsen om me heen terwijl ik maar niet in beweging kan komen.

Als een zombie sta ik op en loop ik naar een apart kamertje. Een half uur later komt de arts binnen. In slow motion brengt hij de woorden over zijn lippen die ik in mijn hart al voelde. Ik staar uit het raam terwijl de tranen onophoudelijk over mijn wangen stromen. Ik kan me niet meer bewegen. Ik hoor het wel, maar ik ben er niet. Als een toeschouwer die boven dit alles zweeft en het enkel gade slaat. Alsof dit niet mijn leven is en morgen alles gewoon weer doorgaat.

Ik loop het ziekenhuis uit en ga zitten bij een sloot die gevuld wordt met mijn tranen. Het is alweer ochtend en de zon komt langzaam op. Naast mij razen de eerste auto’s over de snelweg, op weg naar school of naar het werk. Vol onbegrip kijk ik naar een wereld die gewoon doorgaat terwijl de mijne zojuist is vergaan.

Een paar jaar later hobbel ik van de ene bruiloft naar de andere. De eersten van onze vrienden krijgen kinderen. Ze lachen over blunders op hun eerste baan en praten vol enthousiasme over hun nieuwe huis en hypotheek. Op dat soort momenten denk ik vaak aan jou. Over wat we zouden doen met de tijd die we niet hebben gekregen. Over hoe we samen de stormen van het leven zouden trotseren. Over hoe je zou zijn geweest als vader. Maar ik ben niet boos dat je zo jong van me bent weggenomen. Ik ben alleen maar dankbaar. Dankbaar voor de vijf fantastische jaren die je me hebt gegeven.

Met mij gaat het nu goed. Langzaam heb ik weer geleerd te dansen, te lachen en te genieten van het leven. Ik heb inmiddels ook een huis gekocht. Zelf opgeknapt en ingericht, ik denk dat je het leuk zou vinden! Ik krijg vaak de vraag of ik niet eenzaam ben, omdat ik nooit meer thuis kan komen bij jou. Ze denken dat dit het was en dat het hier dan ophoudt. Maar ik ben niet eenzaam, want ik weet wel beter. Jij bent al thuis, ik kom straks ook nog. Ik kom alleen wat later.