Hoe Tom mijn liefde voor tijdrijden opwekte.
Ik vond tijdrijden altijd maar een vreemd onderdeel van het wielrennen. Het was een tussendoortje, tussen al het duw en trekwerk in het peloton in. Het had ook iets onnatuurlijks, vond ik. Dat kwam waarschijnlijk door de Formule 1-achtige fietsen. En die rare helmen. Met een lange punt naar achter wanneer een renner naast zijn fiets staat. Asymmetrisch en daarmee niet zoals de natuur dat bedoeld moet hebben.
Ik was altijd meer een liefhebber van fietsen in de bergen. Van Armstrong en Pantani, die gezamenlijk de laatste bocht op de Mont Ventoux indraaien. Een gevecht schouder aan schouder om de winst. Luipaarden op de Afrikaanse steppen rennen ook niet om de beurt een stukje om te kijken wie dit het snelste kan. Die jagen tegelijk op dezelfde prooi.
Maar toen kwam Tom Dumoulin op tv. In het programma Bureau Sport vroeg presentator Frank Evenblij aan Tom of hij het betreffende interview leuk vond. Eerlijk antwoordde Tom dat hij liever ging pingpongen met ploegmaten. Het hoorde erbij, zo stelde Tom laconiek. Eerlijkheid in een sport die decennia lang door leugens is geregeerd. Hij gaf desondanks zijn visie op wat tijdrijden is: “Een potje energie in een bepaalde afstand helemaal opmaken. Iets overhouden is verliezen, te vroeg leeg is ook verliezen.”
Ik stapte zelf op de fiets. Ik reed zo hard als ik kon: negen-en-veertig, gaf de teller aan. Ik gaf nog een beetje extra om boven die vijftig uit te komen. Ik tikte even de één-en-vijftig aan en zakte meteen terug naar vlak boven de veertig. Was dat omdat ik niet meer kon? Ik kon nog wel. Ik kon, zo bleek later, nog makkelijk kilometers doorfietsen. Maar niet op mijn maximum snelheid. Ik dacht weer aan het potje van Tom: In zestien kilometer je hele potje energie leegrijden, dat is dus wat tijdrijden is. Ik dacht aan mijn potje energie en zag een pakje Wicky voor me: Een pakje vol energie, waar ik zo hard in kan knijpen als ik wil, maar er slechts een klein pisstraaltje uit komt. Tijdrijden is 1,5 liter cola in een paar seconden uit een petfles kunnen knijpen, zo stelde ik me voor.
Tom Dumoulin heeft mij de charme van tijdrijden laten inzien, in een uitleg die nog geen 5 seconden duurde. Helaas is voor deze renner de Tour de France binnen drie dagen afgelopen. Maar mijn enthousiasme voor het tijdrijden is gewonnen.