Hoe ik mijn vakantie afsluit

ippe galama 9 jul 2015

De vakantie is over, tas weer ingepakt. Nog even mentaal afscheid genomen van mijn heerlijke vakantiebestemming. Met tas en lichte emotionele schade, omdat ik alweer bijna aan het werk moet, ga ik opweg naar het vliegveld. Vanaf Verona terug naar mijn vertrouwde Amsterdam. Ook heb ik online geboekt zodat ik mijn stoel kon uitkiezen. Waar ik nog eens vijftien euro extra betaal voor een stoel met extra beenruimte helemaal voorin. “heb ik in ieder geval een relaxte vlucht terug!” denk ik nog.

Door de douane komen is ook altijd nog een kleine bevalling. Meestal check ik mijn tas tien keer om niet voor verassingen te komen staan. Daarbij vlieg ik met alleen handbagage. Eenmaal in de rij voor de douane bedenk ik mij altijd nog twaalf dingen die in mijn tas zitten waar ik spontaan van begin te twijfelen of het wel mee mag? Uit angst voor het achterkamertje en de grote boos kijkende negroïde douanebeambte met een handschoentje aan check ik me tas nog maar een elfde keer. Eenmaal aangekomen mag ik gelukkig gewoon doorlopen.

Een kleine anderhalf uur later zit ik in mijn stoel. De twee mensen die de stoelen naast mij hebben geboekt heb ik nog niet gezien. Heel druk maak ik mij niet want de stoelen zijn tenslotte voor een meerprijs geboekt. Echte Tokkies zullen het dus niet zijn. Echt, alsof ik het had vervloekt door het te denken. komt er een veel te bruine, brede, kale vent binnen met een spreekwoordelijke “pratende kut”. Daarmee bedoel ik niet de bubblegum kauwende, in het panterrokje geklede, Amsterdamse blondine die aan zijn arm hangt maar zijn baardje.

Tot mijn ongeloof nemen beide plaats naast mij. Zelf zit ik aan het raam en de schaars geklede 40 jarige vrouw vraagt nog: ”mag ik op je schoot, schat? Dan kan ik ook naar buiten kijken!”. Normaal heb ik wel een weerwoord klaar. Helaas wist ik op dat moment niks beter te produceren dan “liever niet” met een uitdrukking van pure paniek op mijn gezicht. Zo ongeveer halverwege de veiligheidsinstructies vraagt de verbouwde Barbie een rosétje. De stewardess is duidelijk van haar stuk en zegt dat we eerst even moeten opstijgen.

Nog geen kwartiertje in de lucht heeft de lopende steroïde bal zijn koptelefoon op zijn glimmende, spray-tan bruine koppie gezet en begint zijn vriendin, die in het midden zit, met mij te praten. Het enige wat ik kan denken is: “Ik mis de rugleuning trappende kinderen in economy”.