Het leven is als een boot
Het leven is als een trein. Ergens stap je in, je rijdt een stuk mee en bij jouw eigen halte stap je uit de eeuwigheid in. Voor sommige mensen is het leven als een boot. Ze stappen ergens bij een vervuild strandje in en hopen dat hun laatste halte niet de bodem van de zee is.
Dobberend ergens op het zilte water. Zij kijkt zwijgzaam toe en is misschien nog wel onverbiddelijker dan Magere Hein. Eenmaal in haar bezit, zal ze je verzwelgen in haar stromingen. Sleurend, kilometers verder dan waar je jouw laatste halte uitstapte. Als een zwartrijder word je naar je laatste bestemming gebracht. Ongewild.
De zee biedt je tijdens je worsteling met het verkrijgen van zuurstof, een film aan. Hoe minder strijd, hoe meer je leven voorbij trekt. Hoe je ooit als kind in het verkeerde deel van de wereld geboren werd. Hoe je dom gehouden werd door de grote mensen om je heen. Nu besef je het pas hoeveel meer er in je had gezeten. Nu realiseer je dat ze je voor veel geld voor de gek hebben gehouden.
Daar aan de verre overkant van het strand, waar ze je beloofd hadden dat je voor veel geld op een groot schip mee mocht. Aan die overkant heeft het paradijs nooit gelegen. Het is net zo’n illusie vol lucht als het rubberen bootje waar je ingedrukt werd. Nu pas komt de realisatie.
Daar willen ze je liever niet, waar je woonde werd je gehaat vanwege je geloof. Ook al weet je diep van binnen dat je gehaat werd om je vredelievendheid. De zee wil jou wel. Zij neemt. Ze geeft je een eervol, anoniem plekje. In de wereld van het vaste land vol kruitdampen en leugens is misschien de keuze voor het diepe water niet eens zo slecht.
Kon je maar op een andere halte instappen, eentje die ver weg lag van koppensnellers en hersenspoelers. De boot wil je niet nemen als je de keuze had. Misschien de volgende halte als de zee je heeft losgelaten voor het volgende leven?
De zee oordeelt niet. Ziet geen verschil in wie zij meeneemt. Zij bepaalt niet wie het redt of niet. Net zomin dat jij het voor jezelf zo besloten had.
De boottocht is voorbij, het leven bereikt haar laatste halte. Ergens in de verte staat een nieuwe halte klaar. Nog een laatste gedachte schiet als een zucht door je heen.
Kom je als nieuwgeborene nu wel aan in het paradijs? Of blijft het leven vol leugens?