De toerist
Op de laatste dag van onze vakantie slenterden we door het centrum van een gezellig stadje in het zuiden van het land. We passeerden een kerk waar iemand het orgel bespeelde, en we besloten even te blijven luisteren. Er waren niet veel mensen in de kerk en ik schatte de gemiddelde leeftijd van het publiek op 70 jaar. Het orgel klonk goed maar het stuk dat gespeeld werd was mij onbekend en mijn gedachten dwaalden af. De dag ervoor waren er aanslagen geweest in Tunesië, Koeweit en Frankrijk, en ik moest denken aan de onschuldige slachtoffers. “Stel,” dacht ik, “Stel dat het híer zou gebeuren. Dat hier een terrorist met een kalasjnikov zou binnenlopen, en om zich heen ging schieten.” Die gedachte deed me rillen, maar gelukkig leidde het orgel me af. Het eerste deel van het concert was voorbij en het vervolg was Händel’s ‘De koekoek en de nachtegaal’. Een van mijn favoriete orgelwerken. Met gesloten ogen zat ik te luisteren tot iets me deed omkijken naar de ingang. Een jongeman stapte binnen, een toerist. Althans, zo was hij gekleed. Bermuda, sportief shirt, rugzak. Donkere bril, donkere krullen, donker baardje. “Uiterlijk zegt niets”, hield ik mezelf voor. “Natuurlijk is hij geen terrorist, ik weet niet eens hoe een echte terrorist er uit ziet.” Maar het was door zijn ietwat schichtige gedrag dat mijn ogen hem volgden toen hij langs de kruiswegstaties slenterde en de schilderijen leek te bekijken. Niets wees op enige belangstelling voor de mensen in de kerkbanken. Toerist of terrorist? Toen hij achter een pilaar verdween, greep ik mijn smartphone. Een kalasjnikov zou hij vast niet kunnen verbergen. Maar stel dat in zijn rugzak een gevaarlijk explosief zou zitten dat hij tot ontploffing wilde brengen, stel. Voor de zekerheid maakte ik een plan de campagne: 1. Eerst gillen dat iedereen snel moest maken dat ie wegkwam of op de grond moest gaan liggen. 2. Dan 112 bellen. 3. Zelf kalm blijven en de kop erbij houden.
Gespannen luisterde ik naar de orgelmuziek, en keek intussen zoekend om me heen. Waar was die jongeman toch gebleven?
Ik zag hem pas bij het slotakkoord van ‘de koekoek en de nachtegaal’. Hij stond bij de uitgang en klapte glimlachend en enthousiast mee met de rest van het publiek. Tot het applaus tenslotte wegebde en hij de kerk verliet. Het laatste wat ik van hem zag was die rugzak.