Verhuisd

Dirk van Rijn 22 jun 2015

Mijn oma is verhuisd. Ik kwam haar laatst opzoeken, maar het huis stond leeg. De deur stond op een kier, dus ik ben voorzichtig naar binnen gegaan. Het huis zag er verlaten uit, er was geen spoor te bevinden dat mijn oma daar ooit gewoond heeft. Niks wat er op wees dat dit hetzelfde huis was waar wij vroeger met familie Sinterklaas vierden of dunne plakjes cake bij de thee kregen. Er lag geen briefje, geen haastig vergeten doos, geen aanwijzing voor een bestemming, ze was gewoon weg.

Achteraf gezien heb ik het misschien ook wel zien aankomen; over de jaren was ze al steeds meer spulletjes aan het “opruimen”. Eerst merkte ik het niet, het waren kleine dingetjes. Een ontbrekend souvenir in de kast of een tekening van een kleinkind wat niet meer op het prikbord hing. Soms zag ik wel dat er iets miste, maar ach, iedereen ruimt wel eens wat op. Toch verdwenen er steeds meer spullen uit het huis, naar een plaats waar alleen mijn oma ze kon vinden. Toen ik een keer vroeg waar de familiefoto in de woonkamer was gebleven, vroeg ze “welke foto?”, alsof hij er nooit gehangen had. Zo werd het huis steeds leger, tot er bijna niks meer was. De vorige keer dat ik kwam, waren er alleen nog een paar stoelen, een tafeltje, een kopje thee en een doorzichtig plakje cake. Maar ook deze waren nu verdwenen.

Na even door het lege huis gelopen te hebben vond ik een reisdagboek. Vreemd, want mijn oma was nooit reislustig. Voor het opruimen begon, heb ik nooit ik het idee gekregen dat ze weg wilde, of altijd ontkent dat ze zou gaan. Tot de laatste keer dat ik haar zag, toen gaf ze mij een kus op mijn hand, alsof ze vaarwel zei, ook al sprak ze de woorden niet uit.

Ik bladerde het reisdagboek van begin tot eind door, maar er was niks in geschreven, althans niet met inkt. De pagina’s leken de druk van een pen te hebben gevoeld, al was niet leesbaar wat was geschreven. Er waren zelfs foto’s in geplakt, maar deze waren allen zo onscherp of bewogen dat er geen duidelijke vormen uit op te maken waren. Het leken avonturen die mijn oma had beleefd, of misschien aan het beleven was. Waar weet ik niet, maar het leek geen stad of land wat voor ons bekend is. Ik sloot het reisdagboek, en liep het lege huis uit. Ik liet de deur op een kier, voor het geval dat mijn oma ooit zou terugkeren. Ik liep de straat uit en zei gedag tegen de baliemedewerkster. Ik weet niet wanneer ik het lege huis van oma weer zal bezoeken.