Treinbank
Laatst waren we nogal in het nieuws, mijn collega’s en ik. Er was namelijk over één van mijn collega’s heen geplast. Ik ken hem wel hoor, maar écht contact hebben we natuurlijk niet. Maar in de middenpaden verneem je nog wel eens het één en ander. Het gaat nu goed met hem, tenminste; dat is wat ik gehoord heb.
Wist u dat plassen nog niet eens het ergste is dat je kan overkomen als treinbankje? Het kan veel erger. Ik wil eigenlijk beginnen over het leed dat obesitas heet -voor treinbankjes dan- maar dan krijg je weer zo’n Zwarte Pieten discussie. Dat alle treinbankjes een hekel hebben aan dikke mensen. En dat is natuurlijk niet zo. Dikke mensen moeten ook ergens naartoe kunnen. De allerergste passagiers zijn die met rommelige darmen. Dat is niet eens alleen rampzalig voor hun medepassagiers, maar wel voor ons.
De truc is, zodra er een persoon met frietje speciaal en veel uien door de coupé loopt, jezelf zo onaantrekkelijk mogelijk te maken. Ruftpassagiers herken je ook aan hun relaxte blik; ze houden niks in. Afijn, je perst met veel moeite een oude pis- of frisdrankvlek uit je bekleding, of trekt wat modder van je collega naast je naar je toe (van iemand die het geen reet kan schelen of er wel of niet schoenen op een bankje mogen) en bidt dat de ruftende frieteter voorbij loopt. Als men namelijk uien op hun friet eet, kun je er donder op zeggen dat ze dat graag lusten.
Als je toch de pech hebt dat ze jou uitkiezen om gezellig verder te eten, dan voelt dat alsof je bedekt wordt met een warme laag lucht. Door de stuwing vanuit de dikke darm wordt de scheet met grote kracht dwars door je bekleding heen geperst. Zo naar de kern van jouw wezen; je vering. Ik hoef niet in detail te treden voor wat betreft de geur en moleculaire massa van de scheet, ik hoop dat het voor te stellen is hoe groot de impact is op een onschuldig treinbankje. Je wordt er misselijk van, je vulling en vering lijken vloeibaar te worden en de rest van de reis ben je kotsmisselijk en kun je niks anders dan hopen dat de rufter er het volgende station uit moet. Aan de blikken van de anderen treingangers kun je zien dat zij hetzelfde hopen.
Wij treinbankjes. Gedienstig, zacht. Oké, niet echt ruim. Maar wij hebben er ook niet om gevraagd. Ook wij verlangen nog weleens terug naar de tijd dat we jaren-80 oranje en jaren-90 blauw waren. Plastic en massief. Zodat mensen er pijn in hun bil van kregen. Maar alle troep liep wel van ons af. Denkt u nog eens aan ons tijdens uw reis?