Stuur ze naar Suriname

Natúúrlijk kan je je kinderen door Surinamers op laten voeden.

Dè onafhankelijken van Latijns Amerika hebben per slot van rekening al jaren een ambassade in Amsterdam. Dus.
Betrekkingen zijn in Betuwelijntempo van uitzonderlijk slecht naar beter geijld, en Torarica is naast Krasje dé plek voor vakantievierend Nederland om neer te strijken. Paramaribo lonkt dáár, terwijl je kinderen híer impliciet duidelijk maken verlegen te zitten om eerlijk helder onderricht. Verlegen als een Mona Lisa van Leonardo.
Het opvoedkundig Surinaams element in Nederland faciliteren is echter een must. Waterkant daar is natuulijk geen Waterkant hier. Net zo min als baantjes daar trekken dat hier is.

“Grootbrengers” uit den vreemde aanlokken vereist: hier een goede basis voor ze betekenen.
De vraag wat deze pedagogems kosten moet beantwoord.
Een vraag die, verlegen als wij zijn, niet zomaar 1-2-3 gesteld kan worden. Formulering is al een uitdaging en in gedachte spaak lopen, een enorme beer op de weg. Van dat laatste stikt het in Nederland. Misschien is een onderhandse ruil van beren interessant.

De queries die opborrelen zijn legio:
Wat krijg je voor “wegberen” van Surinaamse opvoederexporteurs?
Wanneer gaan ze terug naar hun hinterland of wanneer worden ze teveel in Vol-is-Vol Rijk?
Eenmaal opgevoerde kinderen zijn volwassenen en de “importopvoeder” die zijn taak heeft volbracht kan je moeilijk verlegen laten zitten om zinderlijk maken van pedo’s die graag kind willen blijven. Daar krijg je Wim Kan van, toch?
Willen we wachten totdat de tot destitutie gedreven opvoeder een strafblad krijgt en onomstotelijk blijkt dat je voor beren alleen maar beren kan krijgen, of gaan we zelf wat doen? Houden we de buidel gesloten en settelen we voor kangaroes?
Gaan we gewoon lekker op vakantie en laten we de kids thuis over de kat regeren? Of nemen we onze favoriete pets liever mee, de grens over naar een tijdelijk Atlantis….handelend in toerisme voor toerisme?

Het aantal vragen dat uit het natuurlijk gegeven dat je eigen kinderen verstoten leidt tot toekijken hoe ze van vreemdelingen broodjes leren smeren, is hier welgeteld zeven.

Laten we er tot slot nog één aan toevoegen:
Waar wijn zij nu helemaal mee bezig, als het niet is mekaar een rat voor de ogen draaien?

Peter Rensch