Rozemarijn

Don 12 jun 2015

Een 38-jarig geestelijk gehandicapt meisje uit Nederland met een gezonde, getrouwde tweelingzus die in Engeland woont. Haar twee ouders voelen zich om de paar weken genegen haar eens een dagje of zelfs twee in huis te halen. Voor de rest zit ze in een tehuis. Ze mag wel elke dag door de stad lopen zonder begeleiding. Ze bezoekt alle cafés en wordt daar meestal spontaan op de personeelsleden. Ze krijgt meestal een glaasje water en een goedgemutste ober trekt wel eens een colaatje open.

Ze is ontzettend verlegen, heel snel uit haar doen en de minste of geringste toespeling op haar die wij gewoon als ironie zouden zien brengt haar in een hysterische huilbui. De meeste mensen en ook vaak het personeel plaagt haar graag, je kunt je voorstellen dat haar dag dan weer niet stuk kan. Ze heeft altijd kleine knuffelbeertjes in haar tas en krijgt wel eens twee euro van pa of ma voor een doosje kleurpotloden of een etuitje van K3. Een sticker maakt haar dag al goed. Maar de schat is nooit thuis, iets wat ze het liefst zou willen Papa en mama moeten zich echter vaker links of rechts laten zien uit snobistische of zien en gezien overwegingen. Ik heb het geluk dat ze een soort vriendinnetje is geworden. Ze komt op een terras bij me zitten, let op mijn spullen als ik naar de wc moet. Meestal heeft ze ook nog vaak dezelfde kleren aan, daar is blijkbaar geen budget voor. (ligt niet aan pa, die heeft centjes teveel) Ik wil niet pretentieus zijn en ook maar de kleinste hoop koesteren een schrijverscolumn te winnen, maar mocht het bij de gratie Gods gebeuren was de prijs natuurlijk voor haar. Zo’n meisje eens blij maken met iets mooiers dan de kraaltjes die de kinderen in de derde wereld dag en nacht moeten produceren. Ik ben al blij dat ik dit stukje pijn van een meisje (eigenlijk gewoon een vrouw natuurlijk, maar daar is ze zich totaal niet van bewust) aan het papier mag toevertrouwen. Ze zou het zelf geeneens snappen als ze dit stukje las of voorgelezen kreeg. Ze is eigenlijk gewoon een kind gebleven van haar geboorte, ze heeft daarbij nog een spraakgebrek. Kom je eens in de stad waar je een meisje van cafeetje tot cafeetje ziet schuifelen, denk dan maar: "Misschien was dat Rozemarijn wel". Daar vertrekt ze weer, na me wat gezelschap te hebben gehouden. Ik ben één van de bevoorrechten een kus van haar te krijgen.

Sorry voor je leventje schat! We zijn niet allemaal voor een kwartje geboren. Dikke kus.