Nee, klagen doe ik niet!
Om kwart over twee deed tante Jo haar entree op het verjaardagsfeestje. Leunend op een zware wandelstok schuifelde ze de woonkamer in. ‘Goedemiddag saam!’
‘Dag tante Jo’, werd er beleefd terug gemompeld.
‘Ik moet effe zitten voordat ik ga zoenen.’ Tante Jo liet zich tussen twee mensen op de bank ploffen. ‘Zo, ik zit!’
‘Hoe is het met u?’ vroeg buurvrouw Janet. Als er één vraag is die je niet aan tante Jo moet stellen is het die vraag wel.
‘Ik mag niet klagen en dat doe ik dan ook niet. Mensen van mijn generatie hebben geleerd in stilte te lijden. Ik was laatst bij de uroloog vanwege nierstenen en die zei dat hij graag mensen van mijn leeftijd behandelde omdat die zich nooit bekloegen over pijn en ongemak. En pijn dat die nierstenen deden! Die pijn gun je je ergste vijand niet. Ik wilde eerst niet naar de uroloog, als het je tijd is om te gaan dan heb je daar maar aan toe te geven heb ik van huis uit meegekregen. Daarbij vinden mensen het niet fijn om naar andermans ellende te luisteren. Voor je het weet word je gemeden en dan ben je verder van huis. Nee, klagen doe ik niet.’
Tante Jo keek naar rechts. ‘Hoe is het met jou Henk? Jij bent net als ik ook iemand die nooit klaagt.’
Henk knikte. ‘Dat is waar. Maar dat wil niet zeggen dat ik niets mankeer Jo.’
‘Nee, stille wateren hebben diepe gronden. Maar waarom zit je scheef?’
‘Een beetje last van lage rugpijn, meer …’
‘Och mijn hemel, nee toch! Dan heb je een hernia Henk. Tjonge, tjonge, dan staat jou heel wat ellende te wachten. Ik weet nog goed toen ik een dubbele hernia had, totaal verlamde poten had ik. Ik lag na maanden wachten op zaal op mijn beurt te wachten en zag de herniapatiënten komen en gaan. Niet één operatie was geslaagd. Van de vijf patiënten zijn er vier permanent verlamd geraakt. Na mijn operatie werd ik wakker zonder gevoel in mijn benen. Je mag gerust in mijn benen prikken Henk, ik merk daar geen klap van.’
Henk keek op zijn horloge, ‘Ach, is het al zo laat, ik moet gaan!’
Tante Jo keek rond of ze iemand zag waarmee ze een gesprek kon aanknopen.
Iedereen kent wel een tante Jo, een tante die nooit klaagt.