Lopen is beter
Ik zat dit weekend in de trein van Den Bosch naar Amsterdam en zat me te vervelen. Vindt u deze column tot op heden niet de moeite waard? Misschien had ik moeten flirten om dit exemplaar meer likes te bezorgen, maar ik heb doorgaans alleen succes bij alleenstaande moeders, dus dat zet geen zoden aan de dijk in mijn persoonlijke ranking. Te uwer informatie: het was een stampvolle trein.
Omdat hij richting De Toppers in de ArenA reed dacht ik eerst, maar in Utrecht was de dubbeldekker alweer half leeg gelopen. In Den Bosch was het nog zo druk dat de conducteur schielijk in zijn hok verdween, terwijl op het aanpalende bordes een stomdronken hardrocker bovenop een met kind gevulde buggy dreigde te vallen, steunbetuigingen aan IS en Hitler uitkramend. Wie erbij was kan het bevestigen.
Ondertussen zat ik in mijzelf gekeerd vanaf de volle trap door de krappe raampjes van de treindeuren te staren, waar bedrijfshallen, rivieren en Vinex-wijken voorbij trokken. Op Utrecht Centraal kwam de conducteur uit zijn kluis terwijl de dronken rocker al over het perron zwalkte; de NS-er wendde zich direct tot de moeder met de buggy: ‘als er iets aan de hand was geweest had u wel op het deurtje geklopt’, daar ging hij vanuit. Was ik zelf moediger dan dat? Nee, minder moedig.
Wat wilde ik graag dat deze reis voorbij was – veredeld veevervoer. Na Utrecht nam ik opgelucht plaats in het halflege treinstel. Rond station Bijlmer ArenA wemelde het plots van in Hawaiiaanse kledij uitgedoste Toppers-fans, die zich vervolgens als door een slagroomspuit in het stadion lieten persen. Opgelucht stapte ik 10 minuten later de avondzon tegemoet die boven de Amstel stond. Ik bleef maar lopen …