Liquidaties anno nu

Afgelopen maanden doen zich extreem gewelddadige situaties voor. Allerlei soorten liquidaties spelen zich af in de buurt van winkelcentra of een basisscholen. Mensen overlijden, familie komt met een lid minder te staan en mensen raken getraumatiseerd. Na onderzoek blijkt vaak ook dat de daders een bekende van de hulpverlening zijn en een heel dossier klaar hebben liggen. “Maar hoe komt dit dan?” is de vraag die dan vaak gesteld wordt. Hoe komt het dat hulpverleners weten dat iemand een gevaar is voor de maatschappij en waarschijnlijk nog veel hulp nodig heeft, maar toch deze vrijheid krijgt, met de nodige gevolgen?

Sociaal werkers lopen tegen het dilemma aan waarin ze moeten kiezen tussen dwang of vrijheid. Dwang om iemand op te laten sluiten of meldplicht te hanteren en vrijheid om iemand zijn leven in te laten vullen zoals hij wilt. Dit soort regels staan in de beroepscode van een sociaal werker. Ze lopen snel tegen regels aan die bepaald zijn van bovenaf (de politiek), terwijl het meer van onderaf bepaald moet worden (de sociaal werkers zelf). De sociaal werkers zijn immers de mensen die in contact staan met de cliënten en dus ook het beste weten waar ze tegenaan lopen. De politiek heeft dit niet, maar debatteert wel over de rechten en plichten van de sociaal werker. Wat mij betreft moeten sociaal werkers zich meer laten horen. Laat de politiek duidelijk weten dat er heel veel obstakels zijn om een cliënt goed te begeleiden. Laat ze maar weten dat ze hun plek moeten kennen en geen verstand van zaken hebben over dit onderwerp.