“Koop een bananenboot”
Maatschappelijke problemen, er zijn er duizend-en-één. Meestal storen ze me niet. Maar heel soms jeuken mijn handen, of ik kan beter in de wij vorm typen, onze handen. Ellenlange discussies volgen, ik kijk de klok dan meestal smekend aan of hij me ’s morgens een uurtje respijt wil geven als ik er eentje aanga. Discussies over Fifa, een nieuw paar Nikies, of de afweging om wel of niet via thuisbezorgd eten te bestellen. Deze keer is het anders. Het gaat over de idioterie die mijn pupillen heeft gekruist.
Kruisbestuiving, ik vang het woord op als ik tussen het fruit in de winkel sta. Mijn moeder noemde me vroeger dombo, liefkozend natuurlijk. Mijn oren zijn inmiddels oortjes geworden, maar nog steeds hebben ze de ziekelijke neiging alles op te vangen. In de supermarkt waar ik me bevind ontstaat een kortstondige maar vooral eenzijdige woordenwisseling. Een jongeman en een iets op leeftijd zijnde broeder, gaan als Pistorius en Gebrsellasie op de weegschaal af. Een fotofinish. Ik zie niet wie wint. Al snel valt het woord “zwarte”. Terminologie die ik af en toe zelf ook gebruik. Tegen onze rechtsbuiten op het voetbalveld. Omdat hij de enige is die de 100-meter binnen 15 seconden kan sprinten. In deze context schrik er van, de maatschappelijke discussie die hier over gaande is, triggert om iets meer van dit gesprek op te vangen.
‘Ik was eerder zwarte’, komt er bij de jongeman met bijna de baard in zijn keel uit. Heel liefkozend is het niet. Zijn Gucci petje swekkert bijna van zijn hoofd als de man kalm reageert; ‘Ga maar voor knul’. De jongeman lijkt geïndoctrineerd door het Wilders-principe en voegt er nog aan toe. ‘Ik was ook eerder, pak toch de bananenboot naar je eigen land’. Typisch! Zijn klederdracht verraadt naast zijn kaaskop namelijk ook een mediterrane invloed. Ik sta te klappertanden. De man lijkt het niet te deren. Hij wacht, weegt zijn tomaten af en vertrekt stoïcijns. Meer dan een bemoedigend knikje in zijn richting krijg ik er niet uit. Mijn kaken zitten als een dichtgeslagen krokodillenbek op elkaar. De term kruisbestuiving vang ik in mijn rug op, o ja dit was het wat mijn oor opving. Een oude vrouw die waarschijnlijk aan haar kleinzoon uitlegt, hoe appels aan de boom groeien. Het contrast is groot, te groot. Een sticker op je blikje energydrank willen en iemand hiervoor vreselijk schofferen. Of de wijsheid van grootmoeder tot je nemen. Ik vraag me hardop af welke van deze twee kanten de maatschappij opgaat.