Ik zonder wij
Ik zei tegen hem dan kunnen we samen oud worden en al onze verhalen delen over vroeger de goede oude tijd. Maar moet je nu al die woorden horen. Terugnemen kan helaas niet meer. Ze waren tijden geleden al gesproken. En op dat moment leken ze zo helder te klinken als crystal. Maar nu zo troebel als de aanslag op het koude glas. Het glas vol met verdriet en sombere stiltes. Stiltes die vallen in de kieren van vroeger en die blijven steken in de gaten van nu en de morgens die zullen komen. Kieren die gevuld moeten worden en deuren die maar half openstaan. Deuren die eigenlijk spontaan van het slot af horen te springen zo wijd open. Nu in stilte koud en kil. De ruimte laten zien die er is voor nu en morgen. Al is het nog niet vandaag. Morgen zal er een nieuwe dag aanbreken. Een nieuw seizoen beginnen. Een warmte worden terug hervonden waarin gesproken zal worden over vroeger en voorheen aftastend naar de juiste woorden, verlangend naar de juiste zin en betekenis van al het trieste verleden. Zo de wonden door middel van deze woorden het hart te luchten. En daarin de ruimte zoeken. Waarin een ik zonder jij een enkel pad zal blijven bewandelen verder levend met maar een enkel paar voetsporen zichtbaar in het grauwe zand