Hoe de trotse hipster mainstream werd
Hij knipte zijn haar bij de barbier, smeerde smeerseltjes om zijn gezichtsbeharing in het gareel te houden en brouwde bier. Hij hing zijn kekke racefiets op aan de muur en was te vinden in de hipste barretjes.
Men keek om als hij zijn bestickerde MacBook openklapte en een Kopi Loewak bestelde. Voordat hij een slok nam, pakte hij zijn polaroidcamera om zijn overheerlijke civetkoffie vast te leggen. Door zijn vrienden werd hij uitgelachen. "Gekke hipster met je behaarde gezicht, je rare muziek en je tweedehands kleding," riepen ze dan. Het kon hem niet deren. Hij nam een hap van zijn gojibes-baravoise en mompelde: "Ik ben tenminste níet mainstream."
Totdat hij zijn vrienden een keer meenam naar een feestje. Na lang aandringen waren ze mee gegaan. Het was een kelder vol bebaarde mannen en meisjes met knotjes. Eerst gruwelde ze van dit aanzicht, maar zodra de MDMA zijn werk begon te doen, sloop het genot er langzaam in. "Vet," zeiden zijn vrienden de volgende dag. "Volgende keer gaan we weer mee." En dat deden ze. Ze liepen de kelder in alsof het de hunne was, ze dansten konijnendansjes en droegen bloemetjes t-shirts van de H&M. Ze schoten polaroids met hun HEMA polaroidcamera. Hij kon alleen maar toekijken.
Toen hij de volgende dag naar zijn favoriete koffietentje ging vertelde de serveerster dat de Kopi Loewak op was. Verbaasd keek hij om zich heen en tot zijn grote schrik zag hij dat het hele zaakje volzat met bebaarde mannen en vrouwen met knotjes. Ze dronken allemaal Kopi Loewak. Zíjn Kopi Loewak. Bevlogen door emotie rende hij weg, naar de barbier. Een nieuw potje snorrenvet zou hem weer rustig maken. Hij rende de straat in en botste tegen een rij mensen aan. "Sorry heer," zei hij tegen de jongen die hij bijna om ver liep. "Mag ik u vragen waarvoor u in de rij staat?" De gewoon uitziende jongen draaide zich om en zei: "Voor de barbier. Achteraan aansluiten hè," zei de jongen lachend, terwijl hij wat aan zijn snor friemelde.
Hij wist niet hoe snel hij weg moest zijn. Hij rende richting huis, waar hij zijn fiets van de muur trok, zijn espresso-machine van het aanrecht afduwde en de stickers van zijn MacBook scheurde. Woedend greep hij zijn scheermes en scheerde ruig zijn baard af. Zijn tranen mengde zich met druppels bloed die langzaam van zijn kin af. Hij keek naar zijn tattoo’s. Zijn lichaam was zijn dagboek en zijn tattoo’s vertelde zijn verhaal. Maar het verhaal was niet langer van hem.
Ooit was hij origineel. Maar nu is hij dood.