Het Ramadan riedeltje..

Het is weer bijna zover. Deze week begint zeg maar de “septembermaand” in de moslimwereld, ook wel de ramadan genoemd. Deze vastenmaand betekent voor de moslims in de westerse wereld het jaarlijkse terugkerende vragenuurtje van klasgenoten, vrienden en vooral collega’s. Daar is natuurlijk op zich niets mis mee, maar elk jaar moet ik aan dezelfde personen uitleggen wat het nou allemaal is dat vasten. Het grappige is dat er meestal een aanleiding voor moet zijn en het hek dan ook meteen van de dam is. Op mijn werk bijvoorbeeld, rouleren wij met de koffierondjes. Je kent het wel in de baas z’n tijd rondlopen met zo’n dienblad omdat het collegiaal is. Het duurt meestal 5 werkdagen aan afwijzingen van de ‘heerlijke vloeibaarheden’ voordat de eerste collega iets langer dan normaal naar je begint te kijken en ik lichtelijk geïrriteerd zal zeggen: “Is er iets?” waarop zij iets zal antwoorden als “Drink je wel genoeg?” en “Je moet wel goed voor jezelf zorgen hoor, want je ziet een beetje bleek…”
Op dat moment begint het hele riedeltje als het jaar ervoor en komen er steeds meer collega’s bij zitten en begint de collega waarmee ik in gesprek was haar excuses aan te bieden. Daar heb ik nog nooit iets van begrepen. Sorry zeggen omdat je iemand die aan het vasten is een drankje hebt aangeboden. Van rechts roept iemand: “Maar je mag toch wel drinken?” en van links “Maar hoe lang duurt dat dan?” en tegenover mij vraagt men hoe het dan in Lapland werkt. Als dat nog niet alles is vraagt er ook nog iemand “Maar je mag toch wel één slokje water?” waarop de lolbroek van de afdeling meestal iets roept in de trant van “Ga gewoon onder je bureau zitten joh, Allah ziet je toch niet”.
Als alle vragen beantwoord zijn duurt het een paar uur voordat het onderwerp weer ter sprake komt en dan beginnen dezelfde collega’s sympathie te tonen. Helemaal als je er tijdens de lunch (net als iedere andere dag) bij komt zitten. Dan beginnen de “Knap hoor dat je dit kan”, “Ik zou niet eens een uur zonder water kunnen” en “Vind je het niet moeilijk om hier te zitten?” te galmen door de bedrijfskantine. Aan het einde van de tweede week is iedereen het vergeten en komt het alleen ter sprake als ik het als smoes gebruik voor de fouten die ik heb gemaakt. Waar ik normaal gesproken voor wordt gelyncht is nu allemaal koek en ei. Op het Suikerfeest koop ik iedereen af met een doos van dat mierzoete spul en is het weer 11 maanden wachten op de volgende ronde waarin we weer van vooraf aan beginnen…