Geven en nemen
GEVEN EN NEMEN.
De STEM, voor hun die geen stem hebben.
Velen laten grote talenten zien in het “ Nemen”, zijn vervuld van het besef van “zelf” en “eigenbelang” en spreken een universele taal, het “IK”.
Iedereen onderkend zijn of haar eigen behoeften, de één geeft er misschien wat makkelijker uiting aan en staat wat hoger in de “graaicultuur” maar niemand zal ontkennen het belang van “zelf”. Koning “IK” zit daarbij hoog op de troon.
Heb nu het LEF eens om jezelf af te vragen wat “IK“ zou kunnen betekenen voor die ander? Heldere vraag zou je zeggen, voldoende perspectief, maar o, jee wat is het moeilijk om je te verplaatsen in die ander, want dan moet je jezelf opzij zetten en dat brengt risico’s met zich mee. Stel dat je jezelf niet meer terug kan vinden.
“Nemen, kent zijn gelijke niet, heeft niet veel vrienden en staat niet toe dat je iets van hem vraagt”. Logisch dat overal waar “Nemen” gaat hij een spoor van vernieling achterlaat. Het lijkt wel of hij altijd aan het langste eind trekt en altijd aan de kant van de sterksten staat. Vanzelfsprekend geflankeerd door zijn maten: “zelfzucht” en “eigen belang”. Vindt je de één dan vindt je de ander ook.
Waar blijft ‘’GEVEN” in dit verhaal? Heeft hij zich verstopt? Is hij weggelopen? Heeft hij het opgegeven? Wat is er met hem gebeurd? Heeft hij zijn plan getrokken en is hij tot de conclusie gekomen dat “IK” sterker is dan “WIJ”?
“Wij, kent zijn grenzen en weet wanneer iets genoeg is en stopt daar waar anderen gemakkelijk te ver gaan, gaat nooit over lijken, trekt niemand voor, graaft geen kuil voor een ander, vreest het kwaad niet en overwint het kwaad door het goede te doen”. Zoek je “Geven”, dan hoef je niet ver te gaan, begin bij uzelf dan komt de rest er achteraan.
Je hebt LEF nodig om te bepalen aan welke kant je wil staan.
Ingrid Cooper.