Druk

‘Hoe gaat het met je?’ – ‘Druk!’ – ‘Ja, Ik ook!’

Kan iemand me vertellen sinds wanneer dat een goed antwoord is op die vraag? Dan weet je toch nog steeds niet hoe het gaat? Verwarrend vind ik het. Of heb ik de memo gemist? Dat ‘druk’ het nieuwe ‘goed’ is, of juist het nieuwe ‘niet zo best’.

Tot mijn schrik betrapte ik mezelf gisteren op precies zo’n ‘Hoe gaat het?’ – ‘Druk!’-situatie. Met een vriendin, Danique, zat ik bij te praten bij de Starbucks in de Ferdinand Bolstraat. Ze hebben daar van die grote ramen met bankjes aan binnen- en buitenkant. Het was 26℃ dus wij zaten buiten. Aan de andere kant van het raam zit een jongen. Best wel een knappe jongen. ‘Mijn weken zitten stampvol’ zeg ik met een pruillip tegen Danique. Ik pak zelfs mijn agenda erbij om te laten zien hoe druk het is en hoe druk ik ben geweest om al die afspraken te categoriseren door ze te markeren met verschillende kleurtjes. ‘Dinsdag heb ik eindelijk een dag helemaal niks gepland!’ zeg ik terwijl ik vrolijk naar de witte pagina in mijn agenda wijs. Dan wordt er op het raam geklopt. De jongen lacht naar me en houdt zijn telefoon tegen het glas. ‘Dinsdag kan ik!’ lees ik op z’n scherm. Ik kijk hem aan en schiet in de lach. Wat grappig! We lachen samen even en dan draai ik mijn hoofd terug naar Danique. ‘Hij zit me je te flirten’ zegt ze aanmoedigend. Als een meisje van vijf begin ik te giebelen en kruip een beetje in elkaar. ‘Joh! Ik ben blij dat ik een dag vrij ben. Waarschijnlijk hoorde hij ons praten en is dit gewoon een grapje. Hoe geluiddicht zijn deze ramen eigenlijk? En ik heb toch helemaal geen tijd om te daten…’ ratel ik. Ze kijkt me fronsend aan, wetende dat ik al een paar jaar iedere flirt uit de weg ga. Ander onderwerp: ‘Hoe gaat het met jou, schatta. Ga je nog op vakantie?’ Naar de jongen durf ik niet meer te kijken. Toch blijf ik nieuwsgierig en als ik later naar binnen kijk, is hij weg.

Eenmaal thuis op de bank baal ik van die actie. Wat ben ik toch een ei! Mijn huisgenootje komt binnen: ‘Hé, hoe gaat het?’ – ‘Druk!’ zeg ik en staar met een pruillip naar de lege pagina in mijn agenda.‘Niet zo best’.