De kunst van op vakantie gaan

ippe galama 30 jun 2015

Weken leef je er naartoe. De dagen tellen en op je kalender afkruisen. Grote rode letters in je agenda; VAKANTIE. Zelf ben ik er net zo schuldig aan als ieder ander. “Nog maar vijf dagen knallen en dan eindelijk naar de zon!” hoor ik mezelf dan denken. In gedachte zie ik mij al op een strandbedje liggen, cocktail in de hand, Een goed boek, Zonnebril op. Af en toe een of andere bondgirl die in bikini langs hobbelt… Enfin, ik dwaal af.

Na die uren van idealiserende vakantiegedachtes valt de realiteit soms toch wat rauw op mijn dak. Ben je eindelijk vrij dan ben je als een gek je tas aan het inpakken. Meestal houd ik netjes lijstjes bij met wat ik niet moet vergeten. Toch eenmaal aangekomen op locatie blijkt dat ik drie pakken met pleisters bij mij heb maar de oplader van mijn laptop ligt nog thuis.

Na veertien uur in de file te hebben gestaan eenmaal aangekomen sta je met verzuurde benen de sleutels in ontvangst te nemen van een tandeloze Italiaanse huisbaas. Die nog onverstaanbaar wat verteld in een taal die door zijn slis niet meer te herleiden valt. Eerst maar is die auto leeghalen. Zodra je dan eindelijk ergens in een stoel ben geploft realiseer je je dat je geen eten in huis hebt. Dus met een paar droge crackers uit de auto en een lauw biertje zit je op de veranda. Wachtend op de volgende dag, eindelijk zwemmen!

Bij dage raad de boodschappen gedaan en op naar de welverdiende cocktail aan het water.
Aldaar ontdek je al snel dat in de drukke mensenzee maar weinig plaats is om rustig een boek te lezen. Eenmaal een plekje gevonden, boek opgeslagen krijg je de eerste strandbal in je smoel. Lief lachend, en intern vloekend, gooi ik hem terug. Wat schijnbaar het teken was voor de overenthousiaste volly-lul om het twee minuten later nog is dunnetjes over te doen. Daarnaast zien die bondgirls er toch meer uit als floddermoeders en die bikini’s als rolladetouw.

Wanneer mag ik weer lekker naar huis? Een koud wijntje op mijn comfortabele bank?
Nou moet ik eerlijk zeggen dat ik na een vakantie altijd blij ben weer thuis te zijn. Lekker slapen in mijn eigen bed. Wakker worden in mijn eigen huis en zodra ik dan aan het ontbijt zit mis ik de vakantie alweer. De vakantie en al die verschrikkelijke strandbal-schoppende floddermoeders. Ik snap er niks van.