De beul en de flipperbal.
Ik weet niet eens meer wat dat is, mijn “jeugd” waarvan ik zou moeten genieten zonder me om de rest te bekommeren.
De ene dag loop ik over van energie, de volgende dag zit ik diep in de put. Ik voel me als een flipperbal die heen en weer schiet van depressie naar die rare energie waarbij ik van alles op een dag doe. Dan kan ik zelfs non-stop doorgaan tot in de nacht, dan moet en zou alles gedaan worden. Om daarna weer een paar dagen in mijn bed te liggen.
En ik besef, dat ik iemand nooit zo ver zou krijgen dat hij zijn fouten zal bekennen. Hij zal nooit zijn rol vervullen. Dat begrijp ik nu pas, na jaren mezelf een rad voor ogen gedraaid te hebben.
Al die tijd had ik gerekend op een ommekeer bij de man die heel veel negatief heeft veranderd. Mij had veranderd. Ik heb genezing proberen te zoeken door me met mijn beul te verzoenen, door vertrouwen op de kracht van het goede.
Ik had gespeeld en verloren.
Veel was er op het spel gezet, en er was helemaal niks veranderd bij hem.
Ik word als een beul gezien, omdat ik de wonden probeerde open te krijgen om de waarheid te achterhalen.
Nooit, nooit zal een dag voorbij gaan dat ik niet zal wensen dat het anders is.
Maar kan ik leven, twijfelend aan mijn eigen herinneringen, twijfelend aan mezelf?