Cyberlef: toetsenbordsoldaten
“Hopla, weer een paar dode bootvluchtelingen, scheelt weer een paar uitkeringen. Kassa!”. Eén van de vele misselijkmakende reacties op een treurig bericht over de gekapseisde vluchtelingenboten die menig bekend in de oren zal klinken, zeker nadat RTL-nieuwslezer Roelof Hemmen zich er terecht kwaad over maakte. Met dit soort uitlatingen in het geheugen vraag ik me weleens af wat mensen in godsnaam kan bezielen om zich op deze manier online uit te laten over anderen. Nu wordt er al langer geroepen dat de wereld zich in een neerwaartse spiraal bevindt qua sociale normen en algehele omgangsethiek, maar dat werd door velen (mijzelf incluis) altijd afgedaan als doemdenkerij van de oudere generaties. “Zou je eens in je eigen land moeten proberen kut aap” of wat te denken van:“ze zouden jullie klote moslims allemaal moeten doodschieten of deporteren!”. Zomaar een greep reacties die het resultaat zijn van een middag spitten in de reactiesecties van diverse pagina’s die Facebook rijk is. De laatste uitspraak dateert overigens nota bene van 4 mei; geheel in stijl met soortgelijke praktijken die Nederland massaal herdenkt op dag. Soit. Nu wekt dit relaas wellicht de schijn van naïviteit van mijn kant: dergelijke uitspraken zijn immers aan de orde van de dag op internet. Toch kan ik het vaak niet laten om te filosoferen over waarom mensen zich in het openbaar schijnbaar prima kunnen beheersen, maar zich online menen te moeten bedienen van denigrerende, racistische en seksistische retoriek. Zorgt de vermeende anonimiteit online echt voor een boost in getoonde “lef”? Of is het hebben van een digitale barrière voldoende om de internetheld in iemand boven te halen? Je kan daarin ook nog een stap verder gaan en je afvragen hoe het leven eruit zou zien als iedereen face-to-face exact hetzelfde communiceerde als op internet. Je hoeft geen levendige fantasie te hebben om de bedenken dat dat hoogstwaarschijnlijk gepaard zou gaan met een behoorlijk aantal gebroken ledematen en (inwendige) bloedingen bij de deelnemers van dergelijke gesprekken. Met de Zwarte Pieten discussie in het vooruitzicht, die over een paar maanden ongetwijfeld weer in alle hevigheid zal oplaaien, houd ik wat dat betreft dan ook mijn hart vast. Om daarbij zowel de voor – als tegenstanders van Zwarte Piet vast wat wijsheid mee te geven: de onderlinge verschillen op een respectvolle en volwassen manier met elkaar uitpraten, zelfs als je het pertinent met elkaar oneens bent, dat is pas lef hebben.