CºDE RººD
December 2010, Spanje, 10.00:
De percolator pruttelt. Het is wat frisjes in huis.
Ik zet de televisie aan en het regionale nieuws schettert door de woonkamer. Er is een code rood afgekondigd, zie ik, de waarschuwing “ALERTA ROJA” pulseert in rode letters over het scherm. De weerman staat niet zoals anders voor een bord vol zonnetjes en wolkjes, maar zit als gast in de studio. Hij zweet.
Mijn blote voeten plakken aan de kille vloertegels en ik nestel me op de bank, met mijn armen om mijn opgetrokken knieën.
Het beeld switcht naar live camerabeelden van een ijzerwarenwinkel. Er hangt een bord op de deur, “SNEEUWKETTINGEN UITVERKOCHT”, en een man met een grote snor roept Jesús aan, zijn gehandschoende handen naar de grauwe lucht geheven. Zijn neus is rood en zijn stem klinkt schor. Een kleine menigte heeft zich verzameld voor de winkel, waarvan de eigenaar juist enkel nog nee-verkopend zijn voordeur afsluit. Ik kijk naar buiten, naar het plein.
De supermercado heeft de rolluiken nog naar beneden. Het vuilniszakje dat ik gisteren neerzette, staat nog op de stoep, samen met een paar zakjes van de buren.
In de goot steekt een zwerfkat zijn pootje in een weggerold blikje, een oude krant waait ritselend over de stoep. Het vuilnis is gistermiddag blijkbaar niet opgehaald.
Ik zie drie nogal corpulente personen over straat strompelen, en herken hen dan: het is de spichtige señora van hiernaast met haar twee slungelige zoontjes. Ze dragen ieder meerdere jassen over elkaar.
Als ze bij mijn raam zijn, kijkt de vrouw mij aan. Haar gezicht verdwijnt grotendeels in een meterslange gebreide sjaal, die ze ook over haar hoofd heeft geslagen. ‘GEEN SCHOOL’, roept ze, alsof ik dubbelglas heb, ‘MI DIOS, CODE ROOD!’ Ze slaat haar armen beschermend om de schouders van haar kinderen, die angstig uit hun ogen kijken.
Ik wil hen zeggen dat hun ‘code rood’ in Nederland ‘ijsvrij’ heet, en dat ze juichend sneeuwballen horen te gooien. Maar ze strompelen al door, en bovendien sneeuwt het niet. Ik kijk op de door de zon gebleekte thermometer die ik afgelopen zomer buiten op mijn raamkozijn heb geplakt. In juli liep het kwik wel op tot 40ºC. Nu wijst het kwik precies nul graden aan.
Ik zet de tv uit en drink mijn tweede espresso voor het raam. Het plein is uitgestorven, alle huizen houden hun luiken gesloten en ik kijk hoe het kwik traag kruipt naar +1ºC.
Rond een uur of elf landt er één frêle vlokje op de vensterbank.
Het smelt direct.