Zonder Moederdag
Ik kijk uit het autoraam en haal nog een keer diep adem als ik de taxi uitstap. Ik weet wat er komen gaat, maar ik vermijd liever de confrontatie.
Het shopping centrum is grotendeels roze en versierd met hartjes. Nu de trappen op, denk ik, en eenmaal boven aangekomen staan de grote lichtgevende neon letters MOEDER me aan te staren. Elke letter steekt me. Even komt er een paniekgevoel in me naar boven, ik kijk weg, knijp in mijn arm en denk het is ok. De eerste keer is lastig, maar je moet hier aan wennen. Je kán dit.
Mezelf moed inpratend loop ik naar de winkel waar ik zijn moet. Kaarsen waar staan die verdomde kaarsen denk ik, zodat ik zo snel mogelijk door kan sprinten naar de kassa en kan afrekenen. "Zeker een cadeautje voor moederdag, zal ik het voor je inpakken?" vraagt de vrolijk-lachende kassa mevrouw met mijn kaarsen in haar handen. Woorden die voelen als een schop in mijn maag. Ik wil haar slaan en haar half openstaande mond volproppen met dat verdomde roze hartjes cadeaupapier. "Nee bedankt, het is voor mezelf" mompel ik in plaats daarvan, wetende dat deze vrouw immers niet helderziend is en gewoon haar werk doet. Ik moet hier weg, weg uit deze confronterende commerciële bende die ik vroeger zo leuk en gezellig vond en die nu als zout op een open wond aanvoelt.
Het regent en ik besluit naar huis te lopen, de wind en regen op mijn bezweten huid kalmeren me en de knoop in mijn borst verdwijnt langzaam. Tranen van opluchting vermengen zich met de regen op mijn gezicht. Stap voor stap voel ik me lichter worden en het ongemakkelijke gevoel voelt nu aan als een kleine overwinning. Thuisgekomen pak ik de fel geel en roze gekleurde kaarsen en zet ze naast haar foto. "Kijk mam" fluister ik, "in je lievelingskleuren".