Verbaasde blik, verdiende bloemen
Sommige mensen verdienen een cadeautje, maar krijgen hem niet. Vandaag wel.
Zoals de jongen hier op de foto. Hij Is op Utrecht Centraal aan het spelen op de piano. Je weet wel, zo’n piano midden in de stationshal, waar voorbijgangers op kunnen spelen en waar leuke dingen gebeuren. Het beste idee van de NS in de afgelopen jaren.
Hij speelt soepel, een vlot kabbelende jazzy sound die me niet doet dansen, maar wel glimlachen. Hij gaat op in zijn spel, kijkt niet naar zijn publiek. Ogenschijnlijk kijkt niemand naar hem.
Ik loop langs hem, richting perron 15 waar mijn trein naar Eindhoven zo vertrekt. Ik sta even stil om te genieten van zijn spel, en besluit dan om naar hem toe te lopen. Hij is net klaar met een liedje, dus ik stap op hem af en geef hem de bloemen die ik in mijn hand heb: “dankjewel voor je mooie spel” zeg ik, en geef hem de bos bloemen.
Hij is eerst te verbijsterd om de bloemen aan te nemen.
“Bij deze een mooie bos bloemen voor je, omdat je zo leuk speelt”. Ik probeer hem over te halen de bos aan te nemen.
“Nee joh, dat hoeft toch niet!” roept hij met ongeloof in zijn ogen. Ik vertel dat ik die bos net gekregen heb na het geven van een lezing, maar dat ik nog naar een andere lezing in Eindhoven moet, en een bos bloemen meenemen is dan ontzettend onhandig.
“Maar dat kan ik toch helemaal niet aannemen!”. Gelach om me heen van omstanders die meeluisteren.
Ik leg uit dat ik de bos eerlijk gezegd liever kwijt dan rijk ben (hoewel het een mooie grote bos is), en dat ik vind dat hij hem verdiend. Resultaat: hij blij, ik blij.
Nog steeds twijfelend neemt hij de bos aan, met een half dankbaar en half verbijsterd “Nouja zeg…”
Vlak voordat ik wegloop zegt hij “ Mijn oma is vandaag jarig, en ik heb ook een doos bonbons in mijn tas, maar haar verjaardag is misschien nog een beter doel”. Ik vertel hem dat ik dat volledig aan hem overlaat: als hij nog meer mensen gelukkig maakt met die bloemen, maakt dat mijn dag alleen nog maar beter. Maar hij verdient ze in ieder geval.
Een blije jongen en glimlachende omstanders achterlatend loop ik verder naar perron 15, waar ik met een gelukkig gevoel de trein in stap.