Toekomstdroom

Ik ben bang. Dat ben ik vaker en regelmatig banger dan nodig. Hoe reëel mijn huidige angst is, kom ik pas in 2016 te weten. Tot die tijd huiver ik bij de gedachten over weer uitgeput, overprikkeld en depressief raken als ene optie en over gedwongen verkoop van ons huis als andere optie.
Ik heb een Wajong uitkering en er staat mij (en vele anderen) een herkeuring te wachten. Ik ben voor 100% afgekeurd om onzichtbare redenen. Dat viel toen al niet mee, want misbruik van uitkeringen ligt op de loer… Ik heb een diagnose, maar de ene persoon met asperger is nu eenmaal de andere niet. De diagnose zegt niets concreets over mijn belastbaarheid, prikkelgevoeligheid en vermogen in een groep te functioneren. Het zegt hooguit dat daar ‘iets’ mee is. Men moet mij maar geloven…
Destijds vond ik spreken met vreemden lastiger dan nu. Mijn moeder ging mee met de keuring en deed grotendeels het woord. Inmiddels geef ik interviews en sprak ik zelfs voor een groep. Destijds was ik depressief en uitgeput. Inmiddels gaat dat beter. Helaas is mijn belastbaarheid nauwelijks veranderd. Ik ben bang dat mijn groei op bepaalde vlakken, mijn handicap nog onzichtbaarder heeft gemaakt. Mijn huidige balans komt door veel rust. Ik kan – volgens een recent zelfonderzoek – nog steeds geen werkdruk verdragen: Twee keer in de maand maak ik een cartoon voor een boeken-website. Daarmee stoppen overweeg ik drie keer in de week. Het neemt mijn hoofd zo in beslag dat ik minder andere taken aankan. Maar ik wil niet opgeven, ik wil iets bereiken en betekenen. Daarom geef ik interviews over mijn asperger, maakte ik een kinderboek over autisme, ben ik ambassadeur van het Fonds Psychische Gezondheid en deel ik hier dat ik bang ben, want ik ben vast niet de enige…
Dat kan allemaal in mijn tempo. Traag en soms te snel met daarna maanden rust. Ik zie het gesprek bij een baas al voor me:
‘Ik heb deze week acht uur gewerkt en heb nu drie weken vrij nodig om te herstellen, maar het kunnen er ook zes worden.’
‘Geen probleem, Eva. Tot later en veel sterkte!’
Bij een herkeuring heb ik niets om te laten zien. Ik heb alleen mijn woorden. Zou het helpen als ik vertel dat ik álles heb geprobeerd en elke dag mijn best doe? En dat mijn toekomstdroom nooit was om afgekeurd te worden? Ik zou in elk geval het lef niet hebben om te liegen.