Psycholoog of journalist?
Toen ik een jaar of zeventien was mocht ik voor een regionale krant een man interviewen. Hij had recent een goed doel opgericht en kreeg free publicity. Met mijn 0,0 interviewervaring bereidde ik het gesprek tot in de puntjes voor. Zo goed, dat ik waarschijnlijk alle vragen die ik had opgesteld al kon beantwoorden. Ik plande een half uurtje voor het interview in. Uiteindelijk zat ik anderhalf uur met de man om de tafel. Ondertussen was er in mijn hoofd een oorlog gaande. Hoe kan ik dit in 500 woorden vertellen?
De man hield het niet alleen bij feiten. Hij vertelde ook wat zijn inzet voor het goede doel voor zijn eigen leven betekende. Hoe hij er een beter mens van werd. Het hem hielp zijn eigen ‘luxe’ problemen te relativeren. Natuurlijk zijn dit ook interessante uitspraken voor het vullen van een artikel. Maar dan wel tot op zekere hoogte, op een gegeven moment moet je het afkappen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Ik was een zeventienjarig broekie. Bovendien droeg ik op de middelbare school de bijnaam psycholoog, omdat iedereen met zijn problemen naar mij kwam (inclusief een jongen met liefdesverdriet om mij). Dit maakte dat ik op een gegeven moment een huilende man tegenover mij had, die mij zijn volledige levensverhaal vertelde. Mijn puberende lijf voelde zich ongemakkelijk. Mijn lip bloedde. Ik moest bijten, tegen het lachen.
De man wilde graag een grote foto bij het artikel. Ik belde de eindredacteur met de vraag of dit mocht. Deze vroeg eerst geïnteresseerd hoe het interview was verlopen. ”Vertel mij alsjeblieft nu eerst een mop.”, zei ik hem. ”Een goede graag. Ik moet echt even lachen.”
Ik was niet helemaal tevreden met mijn uitwerking, maar de deadline klopte op mijn deur. Ik verstuurde het artikel, wachtend op een vriendelijk doch dringend verzoek om mij vooral op het behalen van mijn middelbare school te gaan richten.
Dat verzoek kwam echter niet. Sterker nog, het verhaal stond op de voorpagina van de krant en niet, zoals afgesproken, ergens in het midden. De eerste keer dat ik een voorpagina-artikel schreef en dat zonder dat ik het wist. De geïnterviewde man belde om mij te bedanken, ik duimde dat hij niet weer zou gaan huilen. Van dit alles ging ik een beetje naast mijn schoenen open. Voorpagina, zeventien jaar… misschien werd het toch nog wel wat met mij? Deze boost van zelfvertrouwen was echter van korte duur. Een dag later zag ik de krant ongelezen liggen bij een vriendin… in de kattenbak.