Ode aan mijn zusje
De eindexamens: sommigen fietsen er zo doorheen, voor anderen is het een nachtmerrie. Voor mijn zusje geldt dat laatste. Nadat ze twee keer is gezakt, doet ze dit jaar voor de derde keer examen. Mijn zusje heeft faalangst. Het hele jaar doet ze het prima op school, maar zodra ze een examen voor haar neus krijgt, slaat ze volledig dicht en bakt ze er niks meer van. Ik snap wel dat de overheid vindt dat iedereen een voldoende moet kunnen halen voor de centrale examens, maar ze houden daarbij geen rekening met mensen die de druk van examens niet aankunnen of om een andere reden niet in het reguliere systeem passen.
Ik zou willen dat ik mijn zusje kon helpen. Ik zou de antwoorden zo voor haar invullen als het kon, maar zo werkt het helaas niet. Dus gaat ze er nu voor de derde keer tegenaan. Ik heb er zoveel bewondering voor dat ze zich keer op keer kan opladen om weer een jaar naar die examens toe te werken. Mijn zusje is echt de grootste doorzetter die ik ken. Al haar vriendinnen zijn allang aan het studeren en haar vertrouwen in een goede afloop wordt er natuurlijk ook niet groter op. Dat onze moeder overleed nadat mijn zusje de eerste keer zakte, maakte de dingen er ook niet makkelijker op. Haar (en onze) grote steun en toeverlaat viel weg. Toch liet ze zich niet uit het veld slaan en bleef ze keihard werken.
Iedereen weet dat ze het makkelijk kan, die examens, maar daar koopt ze natuurlijk niks voor als ze in paniek naar de blaadjes voor haar op het bureau staart. Als ze luistert naar de tikkende pennen om haar heen of de voetstappen van de surveillant. Als ze de minuten telt die ze nog heeft om alle vragen te maken. Of als ze denkt aan wat er gebeurt als ze het nu weer niet haalt.
Mijn zusje begon deze week met het examen Duits. Gespannen bel ik haar die middag op.
“Het ging goed”, hoor ik aan de andere kant van de lijn. Er ontsnapt een zucht van opluchting uit mijn keel. Direct na haar examen had ze mijn vader gebeld en gezegd dat ze nog nooit zo’n goed gevoel had gehad na een examen. Mijn zusje huilde. Mijn vader huilde. De zon scheen op mijn glas wijn en mijn glimlach groeide: het was een mooie dag.