‘Ja, maar…’ = eigenlijk nee

Joris Groenendijk 1 mei 2015

Wat had ik ze vroeger vaak. Van die discussies met mensen waarin ik mezelf te pas en te onpas ‘ja, maar…’ hoorde uitbraken. Dat heb je, als je jezelf graag hoort praten. En ik zat in een omgeving waarin de gemiddelde mens zichzelf maar wat graag hoorde praten.

Ik was me er nooit zo bewust van. Totdat ik er met een toenmalige collega over sprak, en hij me wees op de feitelijke betekenis van ‘ja, maar…’. Die is namelijk ‘nee’ (de uitgebreide vertaling? Die luidt: ‘nee, ik heb niet geluisterd naar wat je zegt, en ik ga je nu overtuigen van het feit dat ik het beter weet dan jij…’).

Even een stukje psychologie. Je vestigt rapport (creëert empathie) door te waarderen wat mensen zeggen, ook al ben je het niet met hen eens. Je kunt dit bijvoorbeeld goed bereiken door het woord ‘maar’ uit je woordenschat te bannen. Vervang het door ‘en’. ‘Maar’ kan een destructief woord zijn: het wijst er op dat je gehoord hebt wat er is gezegd…maar… daar bezwaren tegen hebt die het gezegde in diskrediet zouden kunnen brengen. ‘En’ is onschuldig. Het voegt eenvoudig iets toe aan wat er al gezegd is. Je zou het eens kunnen overwegen, al valt het misschien niet mee.

Mijn toenmalige collega en ik maakten er een wedstrijdje van (dat dan weer wel, zo gaat dat in de consultancy ;-)). Bij iedere ‘ja, maar…’ kreeg de ander een euro. De eerste weken verloor ik glansrijk, met een lege portemonnee als resultaat. Maar ik kwam steeds dichterbij. En ondertussen groeide het besef, het leven is leuker zonder die discussies die in feite monologen zijn.

En nee, ik ben heus niet roomser dan de paus. Soms is het ‘ja, maar…’ alweer mijn mond uit voordat ik het me goed en wel realiseer. Ik ben me er inmiddels alleen wel bewust van. En probeer er actief iets aan te doen. Doe je mee?