Een schommel die liever een gedicht wilde zijn.
Over een column dat liever een gedicht wilde zijn.
Schommel
Ik bedoel zo’n gewone, simpele.
Een schommelplankje met touwen eraan
Verder niks.
Slingerend aan een dikke tak van een oude boom.
Laatst zag ik er eentje bungelen,
achteloos opgehangen in een voortuin,
aan de oude pergola.
Het was alsof ie riep: ‘Kom,
kom nou toch…
Doe me een lol, grijp me vast.
Ik herken toch het verlangen
in je snelle blik.
Kom, speel met mij,
gooi je benen weer eens in de lucht,
laat je haren wapperen,
de wind suizen langs je wang.
Zie, hoe de peuter van de buren
vanachter het raam naar je lacht.
Open je borstkast.
Voel je vrij.’