Een “normaal” avondje stappen.
Er rijd een auto op het fietspad, Politie, shit!
Bijna niemand heeft licht op zijn fiets, ik stotter wat tegen de agent en ik probeer mijn biertje achter mijn rug te verbergen.
Binnen knalde er foute muziek door de speakers, ik geef een brul van geluk en pak een gozer bij de schouder om mee te doen met de polonaise.
Niet lang erna loop ik naar de bar met een briefje van 20,- om twee Baco te bestellen, stoer lach ik naar de knappe barvrouw.
Het lachen verging me snel toen ik alleen maar 2,- terug kreeg, verdrietig kijk ik naar het muntstuk en ik mompel binnensmonds nog een verwensing naar de barvrouw.
Buiten staat iedereen gezellig te roken, ik zie me ex er ook bij staan.
Me maag krimpt ineen en ik krijg meteen een naar gevoel.
Met een lang gezicht beslis ik om naar de dansvloer te lopen, in de deuropening staat Deef met een net gestolen kan drank te zwaaien, zonder te vragen ruk ik de kan uit zijn handen en begin gulzig te drinken.
Na een paar grote slokken kom ik er achter dat het alleen cola is teleurgesteld geef ik de kan aan Roeland die er mee wegloopt.
Op de dansvloer klinkt het nummer van Guus Meeuwis kedekedeng.
Vol enthousiasme doe ik een stoomtrein na en zing ik mee, totdat opeens de TL-verlichting aanspringt “Wat is het al 04:00 uur?”.
Ik knipper met mijn ogen en realiseer me dat ik nog maar met 6 andere in de club sta.
De geïrriteerde security dirigeert me snel naar de garderobe waar Robbin vol trots vertelt dat Roeland eruit is gegooid.
Eenmaal buiten moet ik opeens heel erg nodig plassen, op beide hoeken van de straat zie ik agenten staan.
Ik zie een leeg terras, ik ga nonchalant op een stoel zitten en laat me op een knie zakken.
Ik pis rustig het terras onder, mijn vrienden joelen van een afstandje.
Ik zwaai vol trots terug daarbij pis ik wel een beetje over me hand, gelukkig kan ik me handen afvegen een een parasol.
Er werd taxi geroepen, iedereen rent er schreeuwend heen.
Met een briefje van 10,- in mijn hand val in meteen in slaap.
Ik wordt zachtjes wakker gemaakt, ik heb het tientje nog in mijn hand en de taxi is al betaalt.
Met een glimlach steek ik het in mijn lege portemonnee.
In bed overweeg ik nog even om mezelf om mezelf af te trekken, maar ik val meteen in slaap.
Ik wordt wakker met een droge bek en een gezicht die zo vettig is als een frituurpan, mijn handen stinken naar een heftige mix van tabak, bier en pis.
Met een grote grijns pak ik mijn plakkerige telefoon, En laat ik aan mijn vrienden weten dat ik nog leef.