De spoorsoldaten en het communicatie- sprookje
Maandag. 5 uur middags. Station Amsterdam Sloterdijk. Zoektocht naar een trein met centrale verwarming. Het perron vormt een ijzige wachtkamer voor alle uitverkoren forensstrijdkrachten. Zij zijn wederom allen slagwaardig ingecheckt voor een van de meest hachelijke, genadeloze, intense en nietsontziend bittere meester-beproevingen aller tijden: thuiskomen in de spits. De samenstelling van dit dappere legioen wordt allereerst gekenmerkt door zijn grenzeloze variatie in uitverkorenen. Een mensenmengsel, verschillend in factoren als bijvoorbeeld etniciteit, leeftijd, lengte, rughaargroei, neiging tot sympathie voor volkszangers, opleidingsniveau etc.
Daarnaast hebben de treinveteranen toch 1 eigenschap gemeen. Een onder vervoerslegers redelijk bekende groepsdiagnose: openbaarvervoersautisme. Deze tijdelijke stoornis uit zich in verschillende frequent verrichte perronhandelingen. Hieronder vallen voornamelijk Candy Crush spelen, sociaal contact mijden, hardop ademhalen en het tonen van uitgebreide interesse in het schijnbaar verbluffende design van een specifieke stoeptegel. Contact tussen de spoorsoldaten lijkt dus een verloren zaak.
Maar dan, zonder enige waarschuwing, gebeurt er iets magisch. Een onheilspellend meldingsgeluid. Een vrouwenstem. Een excuses. Een eventueel gratis kopje koffie. En zoals menig ervaren spoorsoldaat al vreesde, het doodsvonnis. Geen treinverkeer mogelijk. Er volgt nog 1 milliseconde zonder enig vorm van audio. En dan gebeurt het. Een explosie van geluid. Het zojuist nog geciviliseerd ogende gezelschap breekt los in iets wat lijkt op een recordpoging voor werelds grootste collectieve scheldserenade ooit. Een buitenlandse zakenman creëert binnen een paar seconden een volledig nieuwe Dikke van Dale aan schuttingtaal en onbekende Zuid-Afrikaanse ziektes terwijl aan andere kant van het perron een vrouw van bingowaardige leeftijd plots een tongriem blijkt te hebben waar menig achterstandswijkbewoner met Gilles de La Tourette jaloers op zou kunnen zijn.
Te midden van de heersende furie en verwarring gebeurt er echter iets bijzonders. Communiceren is geen taboe meer. Diversiteit. Studenten praten met senioren, landwerkers met wetenschappers en Japanse toeristen met straatartiesten. Er wordt hier en daar gelachen en sommigen gaan zelfs samen wat drinken. Derhalve niet geheel onverwacht, het beste medicijn voor openbaarvervoersautisme: de gezamenlijke vijand. Treinpsychologie en de werkzaamheid van placebo’s. Wonderlijk.