De meisjes van generatie Y
We leven in een wegwerpmaatschappij waar geluk maakbaar is en alles een houdbaarheidsdatum. Een telefoon met een barstje wordt meteen ingeruild. Niet omdat deze niet meer functioneert, maar gewoonweg omdat het ‘niet staat’. Zelfs als de telefoon nog helemaal perfect is zijn we er na een jaar alsnog op uitgekeken, het is tijd voor een nieuwer model. Er niet bij stilstaan dat dit niet alleen voor telefoons geldt.
We gaan uit met jongens waarvan we weten nooit te kunnen houden. En als er dan iemand voorbij komt die het wel waard is zijn we bang om ons te binden. Bang dat wanneer hij ons echt leert kennen we niet leuk genoeg zijn of juist dat hij dat is; zodra we de eerste onvolmaaktheden spotten zijn we weg, weg naar de kroeg om de hoek waar misschien iemand is die wel perfect is.
We hebben zoveel keuzes en kansen gekregen. Onze ouders hebben er hard voor gewerkt. We kregen een studie en de financiële middelen om ons verder te ontwikkelen. Er wordt van ons verwacht dat we alle mogelijkheden optimaal benutten en de beste zijn in wat we doen. Een zesje is allang niet meer voldoende, maar wat is het moeilijk om de beste van al je 567 Facebookvrienden te zijn.
We maken Tinder match Laurens(28) – financieel adviseur , sporten, reizen, festivals- met de grond gelijk omdat hij een date cancelt wegens geldgebrek. Zelf iemand gewoonweg niks meer terugsturen, niet eens een smoesje bedenken, vinden we geoorloofd. Dan die ander van zaterdagnacht. Blijven ontbijten mag best, maar meer dan dat is meteen weer zo’n gedoe. Het zijn allemaal vluchtige voorbijgangers in ons drukke leven.
We werken hard voor een stom baantje dat niks te maken heeft met onze voorbeeldig afgeronde universitaire opleiding, maar we aan het eind van de maand wel nodig hebben om de huur te betalen. Recreatief drugsgebruik is volkomen normaal en niemand die wat zegt over al die wijn. Altijd druk en onderweg komen we op plekken waar onze ouders nog nooit geweest zijn. Toch maakt het niet uit waar we zijn, we vragen ons altijd af of we niet ergens anders hadden moeten zijn.
We zijn jong en vertellen elkaar dat dit hét moment is. Trots op elkaar, maar zo verdomde kritisch voor onszelf. We zijn bezorgd over onze toekomst en soms ook wat verloren. Wat we doen lijkt niet genoeg en de tijd vliegt voorbij. Wij zijn geen luie of verwende generatie, we zijn moe van alle verwachtingen en klaar met uitblinken. Het is een individueel gevoel wat we samen delen.