‘Dankjewel’ zeggen kost niets
Toen ik studeerde had ik een bijbaantje. Voordat ik bij het rijks-computercentrum kon werken moest ik een verklaring van goed gedrag inleveren en kreeg ik een pasje. Bovendien kreeg ik zelfs een heuse cursus met een echt diploma.
Ik voelde me heel wat!
Mijn werk als schoonmaakster heb ik dan ook niet als onplezierig ervaren. Samenwerken met veel Turkse meisjes leverde me ook wat op. Ik leerde wat Turkse woorden (nee geen vieze) en werd soms uitgenodigd om lekker te komen eten.
Van de Turkse gastvrijheid kunnen we nog wat leren!
Het werk zelf was niet zo heel enerverend. Elke dag twee uur lang de zelfde kantoren, dezelfde vloeren, dezelfde bureaus. Afstoffen, wissen, moppen.
Op de vierde verdieping helemaal achteraan in het laatste kantoortje zat altijd nog iemand tot laat over te werken.
Meneer Treur.
Iedere keer als ik zijn kantoor had schoon gemaakt, keek hij op van zijn werk en zei “dankjewel” en ik “graag gedaan”.
Als je elkaar zo iedere dag tegenkomt schept dat toch een soort band. Vooral meneer Treur maakte graag een praatje met mij.
Na verloop van tijd werd het oppervlakkige ‘weer’ praatje steeds meer een klaagzang over zijn thuissituatie. Zijn onhandelbare dochter en zijn machteloosheid hierin.
Dat deze dochter van mijn leeftijd was vergat hij kennelijk in deze gesprekjes.
Hij voelde zich ellendig en deed zijn naam eer aan. Zijn wanhoop was voelbaar en ik kon daarin natuurlijk niets voor hem betekenen dan alleen maar even, de vijf minuutjes die ik er was, luisteren. Toch bleef hij me consequent iedere keer bedanken. Af en toe voegde hij daar aan toe: “Dankjewel zeggen kost niets toch?”.
‘
Deze zin is altijd bij me blijven hangen. Het kost inderdaad niets, maar is wel waardevol. Ik, de schoonmaakster vond ik het prettig om bedankt te worden voor mijn werk, want het is zwaar werk. Een groet, een glimlach, dankjewel zeggen, een luisterend oor bieden of een praatje maken. Het kost me allemaal niets en kan zo belangrijk zijn. Een draai aan mijn dag geven of aan die van een ander, door het te geven of door het te ontvangen.
Soms zie ik hem nog wel eens fietsen, meneer Treur, dan vraag ik me af hoe het gaat met zijn dochter. Ik zou hem willen bedanken, want het kost niets. Maar hij herkent mij niet en ik zeg niets..