Dankbaarheid
Another day, another ride on the train.
Eindelijk; het lentegevoel begint zich te reflecteren aan het weer buiten.
Ik zit in de trein en bestudeer mijn medereizigers. De vrouw schuin tegenover mij geniet dankbaar van haar snack van de AH to go en de tiener naast mij tikt gretig op zijn I-Phone. Waarschijnlijk dankbaar dat hij er één heeft. Nu dat het krijskind is gestopt met jengelen vult een heerlijke rust de coupé.
Maar hoe vaak sta je er eigenlijk ECHT bij stil? Hoe vaak maak jij ruimte in je hart om, ondanks alle ellende die zich in de wereld afspeelt (misschien juist DANKZIJ alle ellende)het besef toe te laten hoe gezegend je wel niet bent?
Het simpelweg kunnen genieten van de zon die schijnt, of dat je vandaag genoeg saldo op je OV heeft om niet (deels) zwart te hoeven rijden?
Dat volslagen vreemden een vriendelijke glimlach geven of dat je oorgetuige mag zijn van een sappig gesprek?
Misschien wel omdat de treinconducteur ondanks het verborgen gevaar op zijn werk er toch nog een grapje uit weet te persen…
Al sjesend langs een weiland waar de gele bloemen fier ‘shinen’ tussen al het groen komt het besef: Wat is Nederland toch een mooi land. En wat ben ik dankbaar dat ik een Nederlander mag zijn. Een mens, een vrouw en op dit moment een volwaardig treinreiziger.
Dus kies ik er vandaag voor om nederig te zijn aan de Grote man daarboven; aan het Universum die mij omgeeft in al zijn glorie. Hoe die er op dit moment dan ook uit mag zien.
En het moment dat ik mij daaraan durf over te geven voel ik mij kalm en tevreden.
Oma had gelijk; geluk ligt in de kleine dingen zelfs al zou je je op dit moment heel erg kut voelen.
Wat een prachtige, wijze levensles, en dat allemaal door een treinreis…