Bloedjes
Er is zoveel geschreven over opvoeden, maar eigenlijk zou er eens iets van gezegd moeten worden. Onlangs ging ik boodschappen doen bij de grootgrutter. Ik betrad het pand gelijk met een vader met twee bloedjes van kinderen, die niets aan hun stembanden mankeerden. Schreeuwend kwamen ze binnen en ze konden door de ganse winkel gespoord worden. De jonge pa huppelde er achteraan en werd door het grut gecommandeerd. Ze waren niet ouder dan vijf en drie, dan mag je een mening hebben.
Natuurlijk hadden zij beiden een kinderwinkelwagentje, dat hadden zij geëist. Pa had nog geprobeerd om met één karretje op pad te gaan, maar daar werd niet eens op gereageerd. Behalve blèren, zeuren en janken, reden ze ook nog menige klant op de hakken. Pa, had dat niet eens in de gaten want hij moest het juiste blikje ansjovis hebben. Gooide hij zijn aankoop bij de jonge dochter in de kar, zette zoonlief een keel op. Deed hij het andersom, dan schopte mevrouwtje een scene waar een hooligan jaloers op zou worden. Bij het snoepschap was het helemaal bal natuurlijk. Werden er nu rode of roze lollies gekocht, bij wie werd wat in het karretje gekegeld. Mijnheer en mevrouw tetterden luidruchtig hun onvrede uit over de hoeveelheid, diversiteit en dat wat ze wel ‘moesten’ en in de eerste instantie niet kregen. Pa liet zich slaan, knijpen en zelfs toen junior van nijd in zijn vinger beet, keek hij niet verbolgen.
Inmiddels had het jonge gezinnetje publiek, want eigenlijk wilde niemand deze dictators in de dop missen. Plus, als je ze voor je had, konden ze niet ongemerkt hun karretje in jouw knieholtes rammen. En het hoogtepunt moest nog komen. De kleine diva had stelling genomen voor de koeling met zuivel, ik vraag ‘mag ik er bij’. Het portretje zegt nee! Ik pak het karretje van het kind, trek het uit haar handjes en zet het achter een stapel bierkratten. Slechts een fractie was zij onder de indruk van mijn optreden, ze keek me vuil aan en stortte zich als een furie langs mij heen om de kar op te halen. Dat was voor haar broertje het teken om te handelen. Hij ging voor de koeling staan. Dus ik zeg, ‘ga eens aan de kant’, dat joch zegt ook nee! De opvoeding is in ieder geval wel op één lijn. Ik zie pa en zeg tegen hem; ,,Haalt u uw kind weg of doe ik het’’. En wat zegt pa, ,,Het is leuk om de kinderen zo te zien communiceren met volwassenen. Mijn afgezakte broek hees ik op en parkeerde joch met kar achter een stapel kratten. Nee, het komt wel goed met die kinderen, alleen voorzie ik voor de ouders een donkere wolk.
Hadden ze misschien niet verwacht toen ze op die roze zaten.