Achmed.
Achmed. [أحمد] Arabisch voor ‘Hooggeprezen’. In Nederland ook wel een cliché voor onbetrouwbare, straatrat, crimineeltje, kut-Marokkaan etc. Iedereen kent Achmed. Achmed komt uit Rotterdam-Zuid. Bloemhof om precies te zijn. Voor diegene die deze wijk niet kent, de wijk waar 70% allochtoon is, een kansarme, probleemwijk. Ook wel bekend als een Vogelaarwijk.
Achmed is een zoon van een gelukszoeker en kleinzoon van een gastarbeider. Zijn vader zegt altijd: ‘Ghdem Rajil!’. Op z’n Rotterdams gezegd komt het een beetje neer op: ‘Geen woorden, maar daden!’. Achmed’s eerste woorden waren in het Arabisch. Toen hij op de basisschool kwam, werd hij geconfronteerd met hoe moeilijk het wel niet is om een achterstand te hebben. Met een accent is hij begonnen aan zijn schoolcarrière. Op zijn rapport had hij ten minste één voldoende. Hij was goed in gym, want na school voetbalt Achmed op het pleintje. Hij is graag op het plein, want daar heeft hij de ruimte. Zijn kamer is 2,30 bij 1,80 breed. De andere kamer wordt gedeeld door zijn twee andere broertjes. Een bureau thuis kent hij niet, geen ruimte voor. En als hij een keer een poging doet om zijn huiswerk te maken, is er niemand die hem kan helpen. Zijn ouders kunnen hem slechts zeggen: ‘Doe 200% je best mijn zoon, je bent allochtoon’. Een rapport is goed of slecht, geen ruimte voor ontwikkeling. ‘Je moet het goed doen mijn zoon, kijk naar hoe wij zijn geëindigd zonder diploma!’. Als de docent zegt: ‘Laat je verslagen door je ouders nakijken voordat je het inlevert’, begint hij te lachen.
Het enige wat hij wel goed kan op het gebied van theorie, is brieven lezen en rekeningen regelen. Hij beseft dat het met woorden niet gaat lukken, dan maar met daden. Hij volgt een MBO-opleiding waar hij veel in de praktijk kan doen. Hij Solliciteert…
Agh, die kansarme Achmed toch, haha.