100% Afgekeurd…voor kamperen
100% Afgekeurd… voor camperen – Column
Ieder jaar bij de eerste lentezon, denk ik weer met veel genoegen lekker ver vooruit. Want de zomer, dat heerlijke jaargetijde waarin je zelfs de hele dag buiten kunt lopen zonder jas, lijkt onwaarschijnlijk lang geleden. Toch is ook dit moment een tijd van gedenken, of misschien wel herdenken. Juist die ene camping, zal ik mijn leven nooit meer vergeten. Het was in Oostenrijk, lang geleden. Ik zat op zondagmiddag een boek te lezen voor de tent. Naast ons stond een gezin, wat zo te horen uit de buurt van Amsterdam kwam. Het waren blije kampeerders, die tijdelijke buren. De man en vrouw leken niet alleen voor de burgerlijke stand voor het leven verbonden, maar ook hun kratje bier en rokerige barbecue leken deel uit te maken van de liefdesverbintenis. Al vrij vroeg, een uur of 15.30 uur, werd begonnen met het op temperatuur brengen van de barbecue, terwijl juist daarvoor de moed al aardig ingedronken was. Onhandig stond ze daar te tobben, die buurvrouw terwijl de buurman in de “niet storen-modus” zijn krantje zat te lezen over karper vissen. Die miste zijn hobby blijkbaar ook. Met veel te veel kooltjes op het vuur, met een aanmerkelijke rookontwikkeling tot gevolg, kwamen oude oerdriften boven bij deze Germaans-geblondeerde dame. Geestdriftig werd de culinaire kachel opgepord. Opeens een vloek van verbazing. Kennelijk was het tijdsbesef van deze dame wat beneveld onder de alcoholische versnaperingen, en stond ze daar, ontroostbaar, met een vleestang te kijken naar drie hoopjes verkoold vlees. “Ja mevrouw, 16 minuten per kant, is wel wat lang voor een gemiddeld worstje,” bedacht ik me. Het was gewoon aangrijpend, die vrouw, hongerig, gretig zelfs, met die tang in de hand. Juist gereed om haar nogal voluptueuze lichaam als ware carnivoor te voeden. Wij zaten in de stank, en zij hadden het eten verpest. Daar stond ze, bruin, zonverbrand in een bikini waarbij iedere nylonvezel tot het uiterste beproefd werd. Eén kuch leek voldoende voor een totale bevrijding van haar lichaam uit het felgekleurde textiel. Pfff… wat is het hevig wennen, op zo’n camping. Je hoort, ziet en ja, ruikt zelfs alles van elkaar. Om nog maar te zwijgen over de Franse hurktoiletten, waarbij barbecue gangers op het moment dat ik me sta te scheren achter een schotje hun ruggengraat verlengen. Hoe smerig dit. Waar we naartoe gaan, staat nog niet vast. Maar de camping lijkt het ook dit jaar niet te worden.