We poetsen wat af en ondertussen verstoft ons huis
Eindelijk weet ik wat er wordt bedoeld met een ‘ waterig zonnetje’. Dat waterige slaat op de uitstraling van mijn ramen als de voorjaarszon er voor het eerst na een lange winter weer doorheen schijnt. Geen wonder dat ik het op mijn heupen krijg. Ik zet de laptop uit, vul een emmer met sop en ga ramen zemen, dekbedden wassen, plinten reinigen en stoepen vegen.
Vroeger hadden ze daar een naam voor: de voorjaarsschoonmaak. Een uitstervend verschijnsel dat heeft plaatsgemaakt voor een aanverwant fenomeen: de grote bodyoppepbeurt. Meubelolie is ingeruild voor bodylotion en bleekmiddel door wittende tandpasta.
Mijn ouders hadden geen weet van avocadomaskers, scrubben met dodezeezout en invetten met aloe vera creme. Aan persoonlijke verzorging werd door hen op calvinistische wijze invulling gegeven. Twee keer per week onder de douche vonden ze eigenlijk al overdreven en deodorant was nog niet tot ons gezin doorgedrongen. Hooguit een spuitbusje vol ozonverwoestende drijfgassen met een luchtje dat een toiletverfrisser nog het meest benaderde. Mijn spijkerbroek droeg ik gewoon zes dagen en ik verschoonde mijn trui hooguit twee keer per week anders ging mijn moeder mopperen over de te volle wasmand. Om nog maar te zwijgen over die groene stukjes zeep met bruine richeltjes erin die we tot de laatste snik moesten opgebruiken. Wat zullen we met zijn allen gestonken hebben. Maar goed, als iedereen stinkt valt het natuurlijk niet meer op.
In plaats van spinnenwebben verwijderen we okselhaar, we boenen geen vloeren maar scrubben onze billen. We poetsen wat af en ondertussen verstoft ons huis. Is dat erg? Nou ja, hooguit is het een beetje sneu voor astmatische kindjes maar verder heeft niemand daar last van.
Het echte klassieke poetswerk, kom daar nog maar eens om. Die emmer met sop blijkt na een uur wel zijn werk te hebben gedaan. Eigenlijk zou ik die opnieuw moeten vullen maar daar heb ik de puf niet meer voor. De koffie lonkt en ik plof voldaan op de bank. Mijn ramen blinken prachtig. Die kunnen er in ieder geval weer een half jaar tegen.