Waanzin
Het is koud en mistig. Met verkleumde handen draai ik aan de wielen van mijn rolstoel en hobbel naar de ingang van het winkelcentrum. Ondanks het vroege uur, passeert de ene na de andere, tot de nok gevulde, boodschappenwagen me bij de ingang. Hoofdschuddend stuur ik mijn rolstoel naar de bankjes op het binnenplein. Eerst mezelf opwarmen voor ik naar de Albert Heijn ga. Daar wacht mijn eerste kopje koffie van vandaag. Toen de koffiemachine er net stond, werd ik op mijn vingers getikt door de winkelmanager. Ik voelde me zwaar klote, want in die tijd bezat ik nog een stukje eigenwaarde. Daar is niet veel meer van over. De man had wel gelijk. Alleen maar binnenwippen voor de gratis koffie, kon echt niet. Sindsdien verdeel ik het weinige geld, dat overblijft na het betalen van de vaste lasten, in dagelijkse porties. Vandaag wordt het een halfje bruin. Als ik geluk heb ligt er nog iets van vleeswaren in de koeling dat bijna aan de datum is. Zo niet, dan wordt het een droge boterham en moet ik morgen mijn slag maar zien te slaan. Nooit gedacht, maar ik ben gek op die 35% kortingstickers.
Ik parkeer de rolstoel naast het bankje. Eerst op temperatuur zien te komen. Aan de andere kant staat een papierbak, die in de regel aan het eind van de dag uitpuilt van alle etensrotzooi dat erin gepropt wordt. Voorheen stond er ook een asbak maar deze is, sinds er binnen niet meer gerookt mag worden, weggehaald. Niet dat het mij wat uit maakt, want geld om shag te kopen heb ik al jaren niet meer. Dat noemen ze ook wel keuzes maken.
Ik bal, mijn door de reuma aangetaste, handen tot vuisten. Die handen zorgen er nu nog voor dat ik bij het winkelcentrum kan komen, maar wat, als me dat niet meer gaat lukken? Dan verlies ik zo en zo mijn dagelijkse, sociale contacten. Ze moeten daar in Den Haag zo langzamerhand toch ook wel weten, hoe het er met de arbeidsgehandicapten voor staat? Ze hebben alles al afgepakt, wat het leven nog draaglijk maakt. Mijn elektrische scootmobiel heb ik uit eigen beweging ingeleverd. Zesenzestig euro per maand aan eigen bijdrage vinden zij blijkbaar normaal. Nou, ik vind het waanzin!
Ik wrijf, met een wrevelig gevoel, mijn stijve handen over elkaar. Ze zijn weer lekker warm. Op naar de koffie!