Treindipjes en trouwringen
Mijn ogen laten zich glijden over de advertentie en de pupillen maken zichzelf wijder, een akelige rilling schiet door m’n rug en het rare gevoel dat je krijgt wanneer je waan even niet meer kan onderscheiden van werkelijkheid baant zich een weg door mij heen. Ik heb vannacht gedroomd dat ik haar vroeg met mij te trouwen. Ik stak mijn handen tussen haar armen heen en hoorde haar lachen. “90 euro, ver komen we er niet mee maar we verzinnen wel wat.” is het enige wat ik haar nog herinner zeggen, maar wat het betekent zal ik nooit weten. Ik hield haar steviger vast. “Lieverd, wil je met me trouwen?”. Het enige wat mij daarna nog te binnen schiet is haar lach en een aangename warmte. Voor een paar seconden lijkt fictie verandert te zijn in realiteit maar al gauw genoeg word ik geraakt door een koude vlaag werkelijkheid. De werkelijkheid die tegen mij schreeuwt dat het niet zo is en nooit zo zal zijn. Ik voel de brok in mijn keel en kijk uit het raam naar de weide die voorbij scheurt terwijl de trein richting Zwolle onverstoord doorrijdt. Het is inmiddels niet meer raar voor mij dat ik zo nu en dan een plotselinge dip krijg maar dit, dit was nieuw. Waarom? Misschien is het een visioen zegt de optimist in mij tegen zichzelf, misschien zijn we in de toekomst weer samen, gelukkig en getrouwd. Nee, als ons verhaal twee jaar geleden niet was geëindigd zouden we het alsnog niet veel langer hebben volgehouden. Het is jammer om te zien wat we zijn geworden. Ooit mijn beste vriend, vervolgens mijn vriendin en nu, tja er is niet echt een benaming voor denk ik. Ik kan haar uitstaan voor 30 minuten en daarna irriteer ik me alweer aan de kleine dingen die ze verkeerd doet. Hetzelfde geldt voor haar, mijn “eikelachtig gedrag” en “careless uitstraling” doen het niet meer voor haar. Maar toch zijn we er altijd voor elkaar wanneer we dat echt nodig hebben. We waren zo perfect voor mekaar dat we elkaar voor altijd verpest hebben. Maar dan bedenk ik me dat iedereen zo een persoon heeft in zijn of haar leven en misschien is dat wel beter zo. Ik leg de krant neer en kijk de advertentie nog eens na, de trouwringen zijn prachtig. Ik loop door de deuren van de intercity en begin mijn dag.