Stoptrein
Over het uitzicht vanuit de trein valt veel en weinig te zeggen. Het is in ieder geval typisch Hollands: een combinatie van verkaveld groen met vriendelijke koeien en verlaten industrieterreinen. Met een beetje geluk wat heide, water, bos of stedelijk vertier. Als forens weet je het op een gegeven moment wel, en duik je in je krant, e-reader of telefoon zodra je een plekje gevonden hebt. Waar je je echter moeilijker aan kunt onttrekken, is geluid. Hiervoor heeft de NS de veelgeprezen stiltecoupés ingericht. Ik vind het ietwat rigoreus, immers hoeft geluid lang niet altijd vervelend te zijn. De buzz van een brabbelend kindje, een voortkabbelend gesprek, een achtergrondmuziekje uit iemands oortjes, ik vind het stiekem wel prettig. In intercity’s wordt dit nog eens overstemd door het gebrom van de trein zelf, waardoor je een knus zoemende kakofonie krijgt. Het is bijna gezellig.
Echter zijn er sinds een aantal jaren ook dieseltreinen op de rails, vermomd als stoptreinen en sprinters. In ‘de provincie’ – zo ook in de achter-Achterhoek, waar ik resideer – zijn deze de enige optie als je je per spoor wil verplaatsen. Mijn oma bewoont een prachtig optrekje in landelijk gebied, echter met spoorlijn door haar weelderige achtertuin. Maar je hoort en ziet hem nauwelijks. Wijlen opa snoeide al jaren niet meer, dus de bomen zijn torenhoog, kortom je hoort en ziet hem niet. Het is een groen paradijsje.
Zelf heb ik toch wat moeite met de diesel. Als ik in Arnhem uit een stomende, ronkende intercity kom, waarin ik heerlijk anoniem koffie zat te slurpen, mijn vingers aflikkend bij een roze koek, is de muisstille diesel een koude douche. Ineens hoor je iedere menselijke ademhaling en beweging, alsmede de muziekvoorkeur van je medereizigers en bij eventuele telefoongesprekken de volledige conversatie, inclusief de andere kant van de lijn. Ik hoorde laatst zelfs een windje van iemand in de andere coupe. (Ik rook hem gelukkig niet). Daarbij komt dat de alleraardigste stem van de omroepster zéér luid galmt en daarmee iedereen uit zijn soezende toestand haalt, eens in de vijf a tien minuten. Hoewel ik al jaren met deze trein reis, schrik ik me nog iedere keer dood.
Toegegeven, ze waren lawaaiig. Ze stonken ook nogal want de wc werd veel gebruikt, maar niet zo veel schoongemaakt. Maar mijn roze koek en ik, wij missen hem, die goeie ouwe stoptrein. De volgende keer neem ik oordopjes mee.