Rokjesdag (Ode aan Bril)
En toen was het ineens zover. Rokjesdag! Het weer zou lentevol warm worden. De kranten en de media beloofden vele dames in rokjes. Voor elk wat wils. De ideale start van de lente. Als je een man bent tenminste. Vrouwen keken er wel iets anders tegen aan. Ik zag oproepen om mannen in een jurk te laten lopen of als dame gewoon niet mee te doen. Ergens kan ik me dat wel voorstellen, want het moet een leuke gimmick blijven in plaats van een nationale gedwongen traditie. Toch heeft het wel iets. Niet alleen omdat het beeld zo prachtig is, maar het is zoveel dieper.
De oorsprong van deze heugelijke dag hebben we te danken aan één man. Een schrijver. Ooit beschreef hij het beeld van passerende dames in dun stoffen rokjes zwevend op mooie witte benen. Heerlijk wit nog. De eerste zonnestralen voorzichtig opvangen om bruin te worden. Hij beschreef de schoonheid van de vrouwen in eenvoudige pennenstreken. Het rokje werd meer dan een gewoon kledingstuk. Het werd het symbool voor vrouwelijke pracht en hoe wij mannen dit eren en waarderen. Hoe wij ons hoofd en hart konden verliezen aan een paar schitterende bleke benen. De fantasie die bezit van ons nam als zonnestralen door het rokje schenen en enige contouren prijs gaf. Mannen die thuiskwamen met een glimlach en hun vrouw spontaan een knuffel gaven. Het werd hét symbool voor de vrouw en hoe wij haar liefdevol op een voetstuk zetten
Dit allemaal door rokjesdag. Het is zoveel meer geworden. Niet meer de fantasie van één man. Niet meer het verhaal zoals het ooit stond in een landelijke krant. Langzaam maar zeker kreeg het al ons mannen in de ban. Het virus dat nooit meer uit je lichaam trekt. Omdat we het niet willen. Rokjesdag. Hoe mooi ooit door de ogen van Bril omschreven en bedacht.
Ik zit buiten en geniet van de zon. Haar stralen strelen liefdevol mijn huid. Een vrouw wandelt voorbij. Zij draagt een fleurig bloemetjes rokje. Haar benen prachtig wit gevormd zover ik dat mag zien. Mijn fantasie slaat op hol. Ik glimlach, kijk omhoog en denk aan Martin.