Over die mug en die olifant

Tess Scheele 16 apr 2015

Ik ben geen dierenvriend. Maar ik zal echter geen vlieg kwaad doen. Nou ja, daar begint ook meteen het probleem. Ik weet zo weinig van dieren, dat ik ook niet weet hoe een vlieg er precies uitziet. Hij krijgt gerust de naam pissebed of bij. Het is ernstig met mij gesteld. Ik kan letterlijk van een mug een olifant maken. Dat dan weer wel.

Dit probleem had ik al op jonge leeftijd. Toen ik op de kinderboerderij een cavia aan het voeren was en hem toe fluisterde: ”als je nou goed eet, word je later een grote geit.” Nee, de nieuwe Midas Dekkers zal ik nooit worden.

Misschien moet ik ook een goede eigenschap van mijzelf noemen (in het kader van het positieve zelfbeeld of zoiets). Komt die: ik ben zo goed als nooit chagrijnig, niet in de ochtend en zelfs niet gedurende de dagen dat Libresse mij vleugels geeft. Maar ik schreef zo goed als nooit, er is dus een uitzondering en die luistert naar de naam ‘een bezoekje aan de dierentuin’. Het stinkt er, het boeit mij niet en het is er veel te druk. Gewoon reden om chagrijnig te zijn. Vroeger troostte ik mijzelf met de gedachte dat ik om het uur een pakje Wicky kreeg. Nu maak ik mijzelf wijs dat ik hier vast eens een koninklijke onderscheiding voor ga krijgen. Dit is immers het toppunt van sociaal zijn, iets doen voor een ander, terwijl je er zelf niets aan vindt.

Van honden moet ik al helemaal niets hebben. Sterker nog, ik ervaar pure angst voor dit diersoort. Ik loop hard in een bos. Een bos waar je meer honden ziet dan mensen. Tijdens het hardlopen gebruik ik een app, na de training laat deze zien welke ronde je hebt gelopen. Normaal een rechte lijn of een ruime cirkel. Bij mij zijn sommige lijntjes extra dik, want even in z’n achteruit voor een hond en ik liep een heleboel kleine rondjes, want weer een hond. Zelfs bij poedels. Ik zei toch dat ik er goed in was… van een mug een olifant maken.